Wat zijn de 4 R’s van cloudmigratie?

De 4 R’s van cloudmigratie verwijzen naar strategieën die organisaties gebruiken om te beslissen hoe ze hun applicaties en workloads naar de cloud migreren:

  1. Rehost (lift and shift): Betreft het migreren van applicaties van on-premises naar de cloud met minimale wijzigingen in de architectuur. Het is vaak sneller, maar maakt mogelijk niet volledig gebruik van de cloudvoordelen.
  2. Refactor (rearchitect): omvat het opnieuw ontwerpen van applicaties om te profiteren van cloud-native functies, zoals microservices of serverless computing, waardoor de schaalbaarheid en prestaties worden verbeterd.
  3. Revise (replatform): Hierbij worden kleine wijzigingen aangebracht aan applicaties om deze te optimaliseren voor cloudomgevingen, zoals het overschakelen naar een andere database of middleware.
  4. Replace: omvat het adopteren van nieuwe softwareoplossingen die cloud-native zijn in plaats van bestaande applicaties rechtstreeks te migreren.

De fasen van cloudmigratie omvatten doorgaans de volgende stappen:

  1. Beoordeling en planning: evaluatie van de huidige IT-infrastructuur, applicaties en afhankelijkheden om de gereedheid en strategie voor de migratie te bepalen.
  2. Proof of concept (PoC) of pilot: migratiestrategieën op kleinere schaal testen om de haalbaarheid te valideren en potentiële problemen te identificeren.
  3. Migratie-uitvoering: daadwerkelijke migratie van applicaties, data en workloads naar het cloudplatform, volgens de gekozen strategie (bijvoorbeeld rehosting, refactoring).
  4. Optimalisatie en monitoring: applicaties en infrastructuur in de cloud afstemmen, prestaties, kosten en beveiliging optimaliseren, en monitoring voor doorlopend beheer en verbetering.

De 5 R’s bij cloudmigratie breiden de 4 R’s uit en omvatten:

  1. Retire: Het buiten gebruik stellen van applicaties of systemen die niet langer nodig of geschikt zijn voor migratie naar de cloud.
  2. Behouden: bepaalde applicaties of gegevens on-premises houden vanwege wettelijke vereisten, kostenoverwegingen of technische beperkingen.
  3. Revisit: Periodiek opnieuw evalueren van applicaties en infrastructuur om hun geschiktheid voor cloudmigratie te beoordelen naarmate de technologie en zakelijke behoeften evolueren.
  4. Terugkoop: adoptie van nieuwe cloudgebaseerde Software as a Service (SaaS)-oplossingen om bestaande applicaties te vervangen.
  5. Reskill: Het bieden van trainings- en ontwikkelingsmogelijkheden voor teams om vaardigheden te verwerven die nodig zijn voor het effectief beheren van cloudomgevingen.

De 7 R’s bij cloudmigratie omvatten een breder scala aan overwegingen en beslissingen:

  1. Rehost (lift and shift): Applicaties naar de cloud verplaatsen zonder noemenswaardige aanpassingen.
  2. Replatform (lift, sleutelen en verschuiven): Enkele aanpassingen aanbrengen aan applicaties voor betere compatibiliteit met cloudservices.
  3. Terugkoop (drop and shop): Bestaande applicaties vervangen door gelijkwaardige cloudgebaseerde services.
  4. Refactor/rearchitect: Applicaties herstructureren om optimaal te profiteren van cloudmogelijkheden zoals schaalbaarheid en veerkracht.
  5. Rebuild: Applicaties volledig opnieuw ontwerpen met behulp van cloud-native architecturen en services.
  6. Met pensioen gaan: toepassingen of services die niet langer nodig zijn, uitfaseren.
  7. Behouden: het on-premises houden van bepaalde applicaties of gegevens om verschillende redenen, zoals nalevings- of prestatievereisten.