Wat wordt bedoeld met User Datagram Protocol UDP?

User Datagram Protocol (UDP) is een transportlaagprotocol in de Internet Protocol Suite. Het biedt een eenvoudige en verbindingsloze communicatiedienst tussen hosts in een netwerk. UDP verzendt datapakketten, datagrammen genoemd, zonder dat er een verbinding tot stand wordt gebracht of dat er een bevestiging van de levering is gegarandeerd, waardoor het een lichtgewicht en efficiënt protocol is voor het verzenden van gegevens waarbij snelheid en minimale overhead prioriteit krijgen boven betrouwbaarheid.

UDP is een protocol waarmee toepassingen korte berichten, ook wel datagrammen genoemd, naar andere hosts op een IP-netwerk kunnen verzenden zonder dat voorafgaande communicatie nodig is om speciale transmissiekanalen of datapaden op te zetten.

Een voorbeeld van UDP-gebruik is bij DNS-query’s (Domain Name System). Wanneer uw computer een domeinnaam (zoals www.example.com) moet omzetten in een IP-adres, stuurt deze een UDP-query naar een DNS-server. De server antwoordt met een UDP-pakket met het bijbehorende IP-adres. Dit proces is snel en efficiënt, ideaal voor DNS-resolutie waarbij snelheid cruciaal is en incidenteel pakketverlies acceptabel is.

UDP heeft verschillende belangrijke kenmerken:

  1. Verbindingsloos: UDP brengt geen verbinding tot stand voordat gegevens worden verzonden en garandeert geen bezorging of bestelling van pakketten.
  2. Lage overhead: Het heeft minimale header-overhead in vergelijking met TCP, waardoor het sneller en efficiënter is voor het verzenden van kleine hoeveelheden gegevens.
  3. Geen congestiecontrole: UDP voert geen congestiecontrole uit, wat in sommige scenario’s tot potentiële netwerkcongestie kan leiden.
  4. Onbetrouwbaar: het garandeert geen levering, bevestiging of foutherstel. Applicaties die UDP gebruiken, moeten deze aspecten indien nodig op de applicatielaag afhandelen.

Het protocolnummer van UDP in de IPv4-header is 17, en in IPv6 is dit hetzelfde. Dit nummer identificeert UDP binnen de IP-pakketheader en wordt door de ontvangende host gebruikt om te bepalen aan welk protocol de ontvangen gegevens moeten worden doorgegeven nadat de IP-laag deze heeft verwerkt.