Interior Gateway Protocol (IGP) werkt doordat routers binnen een autonoom systeem (AS) routeringsinformatie kunnen uitwisselen en de beste paden kunnen bepalen voor het doorsturen van pakketten. IGP’s opereren binnen een enkel administratief domein en zijn verantwoordelijk voor het onderhouden van routeringstabellen die specificeren hoe verschillende netwerkbestemmingen kunnen worden bereikt. Ze gebruiken algoritmen om routes te berekenen op basis van statistieken zoals het aantal hops, bandbreedte of vertraging. IGP’s zorgen voor een efficiënte en betrouwbare pakketbezorging door zich aan te passen aan veranderingen in de netwerktopologie en routeringstabellen dynamisch bij te werken. Voorbeelden van IGP’s zijn RIP (Routing Information Protocol), OSPF (Open Shortest Path First) en EIGRP (Enhanced Interior Gateway Routing Protocol), elk geschikt voor verschillende netwerkgroottes en configuraties.
IGRP (Interior Gateway Routing Protocol) was een eigen routeringsprotocol van Cisco, ontworpen voor gebruik binnen autonome systemen (AS’s). Het maakte gebruik van een combinatie van afstandsvector- en link-state routeringsalgoritmen om optimale routes naar netwerkbestemmingen te bepalen. IGRP-routers wisselden routeringsupdates uit met informatie over bereikbare netwerken en bijbehorende statistieken, zoals bandbreedte en vertraging. Door IGRP ondersteunde functies zoals taakverdeling tegen gelijke kosten over meerdere paden en convergentiemechanismen om zich snel aan te passen aan netwerkveranderingen. IGRP is echter grotendeels vervangen door meer geavanceerde en schaalbare routeringsprotocollen zoals EIGRP (Enhanced Interior Gateway Routing Protocol) in moderne netwerkomgevingen.
Het Routing Information Protocol (RIP) is een van de oudste afstandsvectorrouteringsprotocollen die worden gebruikt binnen lokale netwerken en kleinere netwerken. RIP-routers zenden periodiek hun volledige routeringstabellen uit naar naburige routers, waarbij ze informatie delen over beschikbare routes en het bijbehorende aantal hops. Na ontvangst van deze updates vergelijken routers de geadverteerde routes met hun eigen routeringstabelgegevens. Als er een korter pad naar een bestemming wordt gevonden, werkt de router de routeringstabel dienovereenkomstig bij. RIP werkt met een maximale hoptellingslimiet van 15, wat betekent dat het netwerken groter dan deze limiet niet effectief kan ondersteunen. RIP-routers maken gebruik van een gesplitste horizon, geactiveerde updates en routevergiftigingsmechanismen om routeringslussen te voorkomen en convergentie naar stabiele routeringstabellen te garanderen. Vanwege de beperkingen bij het verwerken van grotere netwerken en langzamere convergentietijden in vergelijking met modernere protocollen, wordt RIP echter minder vaak gebruikt in grotere en complexere netwerkomgevingen, waar protocollen als OSPF en BGP de voorkeur hebben.