SSH (Secure Shell) in TCP verwijst naar het gebruik van TCP (Transmission Control Protocol) als het onderliggende transportprotocol voor SSH-verbindingen. TCP biedt betrouwbare, verbindingsgerichte communicatie tussen SSH-client- en servereindpunten, waardoor wordt gegarandeerd dat gegevens nauwkeurig en in volgorde worden verzonden. SSH gebruikt TCP om gecodeerde sessies tot stand te brengen voor veilige toegang op afstand, bestandsoverdracht en uitvoering van opdrachten via een netwerk.
SSH (Secure Shell) is een cryptografisch netwerkprotocol dat wordt gebruikt voor veilige externe toegang tot apparaten en servers via een onbeveiligd netwerk. Het biedt een veilig kanaal over een onveilig netwerk door gegevens tijdens de verzending te coderen, waardoor afluisteren, onderscheppen en knoeien wordt voorkomen. SSH wordt vaak gebruikt door systeembeheerders, ontwikkelaars en netwerkingenieurs om externe apparaten veilig te benaderen en te beheren, opdrachten op afstand uit te voeren, bestanden veilig over te dragen en andere netwerkprotocollen veilig te tunnelen via een gecodeerde SSH-verbinding.
De SSH-opdracht is een opdrachtregelhulpprogramma dat wordt gebruikt om SSH-verbindingen met externe servers of apparaten tot stand te brengen. Het wordt doorgaans aangeroepen vanaf een terminal of opdrachtprompt met behulp van syntaxis zoals ssh gebruikersnaam@hostnaam of ssh gebruiker@ip_adres. Eenmaal geauthenticeerd kunnen gebruikers opdrachten uitvoeren op het externe systeem, bestanden overdragen met behulp van SCP (Secure Copy), port forwarding instellen en andere administratieve taken veilig uitvoeren via het SSH-protocol.
Het SSH-protocol gebruikt doorgaans poort 22 standaard voor het tot stand brengen van SSH-verbindingen tussen clients en servers. Poort 22 is bekend en gereserveerd door de Internet Assigned Numbers Authority (IANA) voor SSH-services. SSH-servers luisteren naar inkomende verbindingen op poort 22, en clients initiëren SSH-sessies door verbinding te maken met poort 22 op de externe server. Deze gestandaardiseerde poorttoewijzing zorgt voor interoperabiliteit en configuratiegemak tussen verschillende SSH-implementaties en netwerkomgevingen.
Ja, SSH wordt doorgaans geassocieerd met TCP-poort 22. Poort 22 is de standaardpoort die is toegewezen aan SSH-services en wordt gebruikt voor het tot stand brengen van gecodeerde verbindingen tussen SSH-clients en servers. Bij het verbinden met een SSH-server specificeren clients doorgaans poort 22, tenzij anders geconfigureerd. Door het gebruik van poort 22 kan SSH efficiënt over netwerken heen werken, waardoor veilige communicatiekanalen voor externe toegang, bestandsoverdracht en administratieve taken worden gegarandeerd, terwijl de compatibiliteit met SSH-implementaties en netwerkconfiguraties behouden blijft.