SNMP (Simple Network Management Protocol) is een protocol dat wordt gebruikt voor netwerkbeheer en -monitoring. De primaire functie is om netwerkbeheerders in staat te stellen netwerkapparaten zoals routers, switches, servers, printers en meer vanaf een centrale locatie te beheren. SNMP maakt het monitoren van de apparaatprestaties mogelijk, het verzamelen van operationele gegevens (zoals CPU-gebruik of bandbreedtegebruik) en het op afstand configureren van apparaten. Het biedt een gestandaardiseerd raamwerk voor netwerkbeheer dat de monitoring en controle van netwerkbronnen vereenvoudigt.
De functie van SNMP draait om het faciliteren van de communicatie tussen netwerkbeheersystemen (NMS) en beheerde apparaten. Apparaten die geschikt zijn voor SNMP, ook wel agenten genoemd, verzamelen en slaan managementinformatie op in een gegevensstructuur die de Management Information Base (MIB) wordt genoemd. SNMP-managers, zoals netwerkbewakingssoftware, gebruiken SNMP-berichten om gegevens op te halen van MIB’s, parameters op apparaten in te stellen en meldingen (traps) over belangrijke gebeurtenissen te ontvangen. Deze bidirectionele communicatie maakt proactief beheer en probleemoplossing van de netwerkinfrastructuur mogelijk.
SNMP werkt op een client-servermodel waarbij SNMP-managers fungeren als clients die informatie opvragen en ontvangen van SNMP-agents die zich op netwerkapparaten bevinden. SNMP maakt gebruik van een reeks bewerkingen (Get, Set, GetNext, GetBulk en Trap) om apparaten te beheren en te monitoren. Wanneer een SNMP-manager informatie van een apparaat nodig heeft, verzendt hij een Get-verzoek waarin hij de gewenste gegevens specificeert. De agent haalt de gevraagde gegevens op uit zijn MIB en stuurt deze terug naar de manager. SNMP-traps zijn ongevraagde berichten die door agenten naar managers worden verzonden om hen op de hoogte te stellen van gebeurtenissen zoals het opnieuw opstarten van apparaten of fouten.
SNMP is in definitie een protocol dat veel wordt gebruikt in netwerkbeheersystemen voor het bewaken en beheren van netwerkapparaten en hun functies. Het biedt een gestandaardiseerde methode voor het verzamelen en organiseren van informatie over beheerde apparaten, waardoor het voor beheerders gemakkelijker wordt om netwerkbronnen efficiënt te bewaken en te beheren. SNMP definieert hoe informatie wordt uitgewisseld tussen managers en agenten, waardoor compatibiliteit en interoperabiliteit tussen verschillende leveranciers en apparaattypen in netwerkomgevingen wordt gegarandeerd.
Het functionele model van SNMP draait om de architectuur en de interacties tussen SNMP-managers en agenten. SNMP-managers initiëren verzoeken aan SNMP-agenten met behulp van SNMP-protocolbewerkingen om beheerinformatie op te halen of te wijzigen die is opgeslagen in MIB’s. Agenten reageren op deze verzoeken en sturen ongevraagde meldingen (traps) naar managers wanneer bepaalde gebeurtenissen plaatsvinden. Dit model vormt de basis voor effectief netwerkbeheer, waardoor beheerders de prestaties van apparaten kunnen monitoren, problemen kunnen diagnosticeren en de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het netwerk kunnen handhaven.