Netstat (netwerkstatistieken) is een opdrachtregelprogramma dat beschikbaar is in de meeste besturingssystemen, waaronder Windows, Linux en macOS. Het biedt informatie over netwerkverbindingen, routeringstabellen, interfacestatistieken, gemaskerde verbindingen en multicast-lidmaatschappen. Netstat geeft actieve TCP-verbindingen, luisterpoorten en andere relevante netwerkinformatie weer. Standaard worden alle actieve verbindingen van en naar het hostsysteem weergegeven.
Netstat wordt gebruikt om gedetailleerde netwerkstatistieken en verbindingsinformatie weer te geven. Om netstat te gebruiken, opent u een opdrachtprompt of terminalvenster en typt u “netstat”. Afhankelijk van het besturingssysteem en de opgegeven opties kan netstat verschillende netwerkdetails weergeven, zoals actieve verbindingen, routeringstabellen, netwerkinterfacestatistieken en meer. Veelgebruikte opties zijn onder meer “-a” om alle verbindingen en luisterpoorten weer te geven, “-n” om numerieke adressen weer te geven in plaats van hostnamen om te zetten, “-p” om verbindingen voor een specifiek protocol weer te geven, en “-t” om alleen TCP weer te geven verbindingen.
Netstat is een waardevol hulpmiddel bij het oplossen van netwerkproblemen. Het helpt beheerders netwerkverbindingen te identificeren, te controleren op open poorten en luisterservices, afwijkingen in het netwerkverkeer te detecteren en connectiviteitsproblemen te diagnosticeren. Door de netstat-uitvoer te analyseren, kunnen beheerders potentiële netwerkknelpunten, ongeautoriseerde verbindingen of verkeerde configuraties opsporen die de netwerkprestaties of -beveiliging kunnen beïnvloeden. Netstat is met name handig voor het onderzoeken van verbindingsproblemen, het monitoren van netwerkactiviteit en het verifiëren van netwerkconfiguraties.
Om TCP-verbindingen te controleren met behulp van netstat, gebruikt u de opdracht met de optie “-t”. Om bijvoorbeeld alle actieve TCP-verbindingen en hun details weer te geven, typt u “netstat -t” in de opdrachtprompt of terminal. Met deze opdracht worden alle TCP-verbindingen weergegeven, inclusief lokale en externe adressen, de status van de verbinding (zoals ESTABLISHED, CLOSE_WAIT) en bijbehorende proces-ID’s (indien beschikbaar). Door TCP-verbindingen te analyseren met netstat kunnen beheerders het netwerkverkeer monitoren, bestaande verbindingen identificeren en problemen met TCP-communicatie oplossen.
Om actieve verbindingen te zien met behulp van netstat, gebruikt u de optie “-a” samen met de optie “-n” om numerieke adressen weer te geven. Typ bijvoorbeeld “netstat -an” in de opdrachtprompt of terminal. Met deze opdracht worden alle actieve verbindingen weergegeven, zowel TCP als UDP, samen met hun numerieke adressen en poortnummers. Actieve verbindingen worden vermeld met details zoals lokale en externe adressen, protocoltype, verbindingsstatus en proces-ID’s. Het vermogen van Netstat om actieve verbindingen weer te geven, helpt beheerders het netwerkgebruik te monitoren, potentiële veiligheidsbedreigingen te identificeren en de goede werking van netwerkdiensten en applicaties te garanderen.