De LTE/EPC-architectuur wordt gedreven door het doel om het systeem te optimaliseren voor pakketgegevensoverdracht.
Houd er rekening mee dat er geen circuitgeschakelde componenten zijn in LTE/EPC.
Er is een nieuwe benadering in de onderlinge verbinding tussen het radiotoegangsnetwerk en het kernnetwerk. De EPS-architectuur bestaat uit een EPC (Packet Core Network, ook wel EPC genoemd) en een eUTRAN LTE Radio Access Network (ook wel LTE genoemd)
De CN biedt toegang tot externe pakket-IP-netwerken en voert een aantal CN-gerelateerde functies uit (bijvoorbeeld QoS, beveiliging, mobiliteit en terminalcontextbeheer) voor inactieve (gekampeerde) en actieve terminals. Het RAN voert alle radio-interfacegerelateerde functies uit.
Het LTE/EPC-radiotoegangsnetwerk – Evolved UTRAN (E-UTRAN) – zal alleen Node B’s bevatten. Er is geen RNC meer beschikbaar. Dit betekent dat de geëvolueerde Node B’s de radiobeheerfunctionaliteit overnemen.
Dit maakt het radiobeheer sneller en de netwerkarchitectuur eenvoudiger. EUTRAN gebruikt uitsluitend IP als transportlaag. Achter het EPC volgen één of meerdere IP-netwerken. Een belangrijk voorbeeld zal IMS zijn, dat vooral kan profiteren van het QoS-bewustzijn van LTE.