Wat zijn NCC en BCC in 2g?

In 2G (tweede generatie) mobiele communicatiesystemen, met name in GSM (Global System for Mobile Communications), staat “NCC” voor “Network Color Code” en “BCC” voor “Base Station Color Code”. Deze codes worden gebruikt voor kanaaltoewijzing en identificatie binnen het GSM-netwerk.

NCC (netwerkkleurcode) in 2G:

  1. Definitie:
    • De Netwerkkleurcode (NCC) is een parameter die wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen verschillende GSM-operators of netwerken. Het maakt deel uit van de Cell Global Identity (CGI), die de Location Area Code (LAC), Cell Identity (CI) en NCC omvat.
  2. Doel:
    • De NCC helpt mobiele apparaten bij het identificeren en differentiëren tussen netwerken. Elke GSM-operator krijgt een unieke NCC toegewezen. Wanneer een mobiel apparaat naar beschikbare netwerken zoekt, gebruikt het de NCC om netwerken te herkennen en te selecteren op basis van de operatorcode.
  3. Bereik:
    • De NCC is een 6-bits code, die 64 mogelijke waarden mogelijk maakt (2^6). Dit biedt voldoende onderscheidende codes om aan elke GSM-operator een unieke identificatie toe te wijzen.

BCC (kleurcode basisstation) in 2G:

  1. Definitie:
    • De kleurcode van het basisstation (BCC) is een parameter die wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen aangrenzende cellen (basisstations) binnen hetzelfde GSM-netwerk. Het maakt deel uit van de Base Station Identity Code (BSIC), waartoe ook de NCC behoort.
  2. Doel:
    • De BCC wordt gebruikt om interferentie tussen aangrenzende cellen in hetzelfde GSM-netwerk te voorkomen. Het zorgt ervoor dat aangrenzende cellen niet dezelfde combinatie van NCC en BCC gebruiken, waardoor de kans op co-channel interferentie wordt verkleind.
  3. Bereik:
    • Vergelijkbaar met de NCC is de BCC een 3-bits code, die acht mogelijke waarden (2^3) biedt. Hierdoor kunnen acht verschillende kleurcodes worden toegewezen aan elke netwerkcel binnen hetzelfde locatiegebied.
  4. Combinatie met NCC:
    • De combinatie van NCC en BCC vormt de BSIC (Base Station Identity Code). De BSIC wordt door elk basisstation uitgezonden, zodat mobiele apparaten aangrenzende cellen kunnen identificeren en overdrachtsbeslissingen kunnen nemen.
  5. Dynamische toewijzing:
    • De NCC en BCC kunnen dynamisch door de netwerkoperator worden toegewezen aan verschillende cellen binnen hetzelfde locatiegebied. Deze dynamische toewijzing helpt de kanaaltoewijzing te optimaliseren en interferentie te verminderen.
  6. Overdracht en celidentificatie:
    • Mobiele apparaten gebruiken de BSIC-informatie tijdens het overdrachtsproces bij het verplaatsen tussen cellen. De unieke combinatie van NCC en BCC helpt bij celidentificatie en naadloze overdracht zonder interferentieproblemen.

Samenvattend wordt in 2G GSM-netwerken de NCC (Network Color Code) gebruikt om verschillende operators te identificeren, terwijl de BCC (Base Station Color Code) wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen aangrenzende cellen binnen hetzelfde netwerk. De combinatie van NCC en BCC vormt de BSIC (Base Station Identity Code) en speelt een cruciale rol bij de kanaaltoewijzing, het vermijden van interferentie en celidentificatie voor mobiele apparaten.

Related Posts