Wat is SC-FDMA en hoe werkt het in LTE?
Een van de belangrijkste nadelen van een OFDMA-systeem is dat de transformatie van een complexe, met symbolen in kaart gebrachte reeks (bijv. BPSK, QPSK, enz.) naar een kleine set subdragers tijdreeksen met een hoge PAPR (Peak-to-Average Power Ratio). PAPR is de verhouding tussen het maximale vermogen en het gemiddelde vermogen. Dit leidt tot eisen aan dure transmissieversterkers en leidt bovendien tot een hoog stroomverbruik. Beide effecten zijn vooral aan de terminale zijde ongewenst.
Het is dus een belangrijk ontwerpdoel om dit effect voor de UL-richting te beperken. Om de PAPR te verminderen wordt een variant van OFDMA gebruikt. Het heet SC-FDMA (Single Carrier Frequency Division Multiple Access). SC-FDMA werkt volgens het volgende mechanisme, beschreven voor de bijbehorende zenderstructuur. SC-FDMA is de voorkeursmethode voor EUTRAN in de uplink-richting.
De gegevens worden toegewezen aan complexe symbolen, zoals in het geval van normale OFDM/OFDMA. Maar deze keer interpreteren we de resulterende vector niet als signaal in het frequentiedomein, maar als een ‘ontspreiding’ of geconcentreerd tijdsignaal. Voordat we dus over kunnen gaan tot het in kaart brengen van subdraaggolven, moeten we de reeks transformeren in een signaal in het frequentiedomein. Er wordt dus een discrete Fourier-transformatie toegepast op de datavector. Het geeft ons een vector van datasymbool voor elke subdraaggolf die door de zender moet worden gebruikt.
De volgende stap is het toewijzen van elk zendersymbool aan een van de subdraaggolven van het systeem, afhankelijk van welke subdraaggolf aan deze zender is toegewezen. Uiteraard zullen enkele hulpdraaggolven vrij blijven (0), dat zijn de hulpdraaggolven voor andere zenders. Hiermee gaan we naar de IFFT en doen we de normale OFDM-verwerking.