Wat is Simulator en hoe het werkt

De ontwikkeling van de simulator die geïmplementeerd gaat worden kan in twee fasen worden ingedeeld. De eerste fase is de ontwikkeling van een simulator, geschikt voor het onderzoeken van de typische overdrachtsprocedure.

De tweede fase omvat de implementatie van het LAH-algoritme dat rekening houdt met de locatie van de gebruiker. Simulaties die tijdens fase twee zullen worden uitgevoerd, moeten de verhoogde netwerkstabiliteit aantonen die het resultaat is van het verbeterde handover-algoritme. De simulatie kan ook de locatie-updateprocedure omvatten, waardoor de signaleringsoverhead aanzienlijk wordt vergroot. Er zijn twee simulatiescenario’s, afhankelijk van de locatieserver die zal worden gebruikt:

  1. Zeer snelle en nauwkeurige positioneringssystemen voor het positioneren van alle gebruikers
  2. Positioneringssystemen met minder rekenmogelijkheden

In het geval van (i) kunnen we zonder problemen gebruik maken van de informatie van de locatieserver (LS). In het geval van (ii) moeten we uitgaan van een “on-demand” tracering van de gebruiker of van het gebruik van in MGIS opgeslagen gegevens ter verbetering van de HO-prestaties.

Omdat MGIS informatie heeft over de netwerkprestaties, b.v. call-drop rate, door het initialiseren van de netwerkkaarten is het mogelijk om kritieke gebieden te definiëren. De kritische gebieden zullen de plaatsen zijn waar de oproepuitval hoger is dan normaal en rond de grenzen van elke cel, dat wil zeggen de plaatsen waar de overdrachtsprocedure wordt gestart.

LAH stellen wij ons ook voor als een abstract element dat beheer uitvoert vanuit de positie van de gebruiker. Dit kan de evaluatie van monitoringinformatie of LS-data zijn.

Dit scenario kan worden beschreven op basis van de volgende gegevens:

  • Gesimuleerd gebied
  • Vermeerderingsmodel
  • Gebiedbeschrijving
  • HO-redenen: RXLEV, energiebudget, RXQUAL
  • BTS-parameters: cel-ID, LAC, BCCH-frequentie (ARFCN), BSIC, celherselectiehysteresis, HO-drempel (RXLEV, RXQUAL), aangrenzende cellen

Een zeer belangrijke procedure voor simulaties is het meetrapport. Het meetrapport wordt normaal gesproken verzonden via het SACCH-kanaal. Door het aantal meldingen te tellen kunnen we statistieken maken over de verkeersopstoppingen. Voor een simulatieomgeving kunnen later tijdens de simulatie voorspellingskaarten worden gebruikt, die gebaseerd zijn op echte morfologische gegevens.

Het primaire concept, dat moet worden geïmplementeerd en zal fungeren als primaire laag voor alle andere modules in het project, is de gesimuleerde ruimte van radiodekking. Het zal de BTS’en hosten en ons in staat stellen gebruikers op te sporen terwijl ze zich verplaatsen. Er zullen ook grafische weergavemogelijkheden beschikbaar zijn voor de visualisatie van het LAH-algoritme.

Nadat we de ruimte hebben weergegeven en de positie van een gebelde of bellende terminal hebben geïnitialiseerd, moeten we een mobiliteitsmodel gebruiken, afhankelijk van de omgeving, samen met een passend verkeersmodel. Deze modellen laten zien hoe de gebruiker beweegt, de duur en het startpunt van gesprekken, enz. Door kennis te hebben van de startpositie van de gebruiker en de manier waarop hij zich gaat verplaatsen, kunnen we extra overdrachtsverzoeken vermijden, vooral in situaties van bewegen langs de celgrens (pingpongprobleem).

Figuur toont een eerste indruk van de structuur van de simulator:

simulator structure

Het in dit artikel beschreven werk bewijst dat netwerkparameters, afkomstig van de positielocatie van de mobiele terminal, een belangrijke rol zullen spelen bij het verbeteren van de overdrachtsprocedure. Het LAH-algoritme zal het belang van MGIS & LS voor de verbetering van de overdracht aantonen.

Related Posts