Een CDN-knooppunt,
Content Delivery Networks (CDN’s) verwijzen naar een server of point of presence (PoP) binnen een CDN-infrastructuur. CDN’s bestaan uit gedistribueerde netwerkknooppunten die strategisch op verschillende geografische locaties zijn geplaatst. Elk CDN-knooppunt cachet en levert inhoud, zoals webpagina’s, afbeeldingen, video’s en andere digitale middelen, aan gebruikers op basis van hun geografische nabijheid. Door inhoud dichter bij de eindgebruikers te distribueren, verminderen CDN-knooppunten de latentie, versnellen de levering van inhoud en verbeteren de algehele websiteprestaties.
CDN in Node.js verwijst naar de integratie van Content Delivery Networks met applicaties die zijn ontwikkeld met behulp van Node.js, een populaire runtime-omgeving voor het bouwen van server-side applicaties. In Node.js kunnen ontwikkelaars CDN-services gebruiken om op efficiënte wijze statische assets, zoals CSS, JavaScript-bestanden en afbeeldingen, aan gebruikers over de hele wereld te leveren. Door de levering van statische inhoud naar CDN’s te verplaatsen, kunnen Node.js-applicaties de prestaties verbeteren, de serverbelasting verminderen en de schaalbaarheid verbeteren, waardoor de gebruikerservaring wordt geoptimaliseerd.
Het doel van CDN, of Content Delivery Network, is om de levering van webinhoud aan gebruikers over de hele wereld te verbeteren. CDN’s bereiken dit door inhoud in het cachegeheugen op te slaan op gedistribueerde netwerkservers (CDN-knooppunten) die zich dichter bij de eindgebruikers bevinden. Wanneer een gebruiker inhoud opvraagt, levert het CDN deze vanaf het dichtstbijzijnde knooppunt in plaats van vanaf de oorspronkelijke server, waardoor de latentie wordt verminderd en de laadtijden worden verbeterd. CDN’s bieden ook schaalbaarheid, betrouwbaarheid en beveiligingsfuncties, zoals DDoS-beperking en HTTPS-codering, om een efficiënte en veilige levering van inhoud te garanderen.
CDN (Content Delivery Network) en DNS (Domain Name System) vervullen verschillende functies in de webinfrastructuur. Een CDN richt zich op het optimaliseren van de levering van inhoud door inhoud in de cache op te slaan en te distribueren naar edge-servers (CDN-nodes) die zich wereldwijd bevinden. Het verbetert de websiteprestaties door de latentie te verminderen en de laadtijden te verbeteren voor gebruikers die toegang hebben tot inhoud vanaf verschillende geografische locaties. DNS daarentegen vertaalt domeinnamen (bijvoorbeeld www.example.com) naar IP-adressen die computers gebruiken om webservers te lokaliseren en er verbinding mee te maken. DNS zorgt ervoor dat gebruikers toegang kunnen krijgen tot websites door domeinnamen om te zetten in de juiste IP-adressen, waardoor de eerste verbinding tussen clients en servers wordt vergemakkelijkt. Terwijl CDN’s de levering van inhoud optimaliseren, speelt DNS een cruciale rol bij het oplossen van domeinnamen en het doorsturen van gebruikers naar het juiste CDN-knooppunt of de juiste oorsprongsserver op basis van hun locatie.