Een server is een gespecialiseerd computer- of softwaresysteem dat is ontworpen om via een netwerk services, bronnen of gegevens aan andere computers, ook wel clients genoemd, te leveren. Servers werken door voortdurend te luisteren naar inkomende verzoeken van clients en hierop adequaat te reageren op basis van het type service dat zij leveren. Ze kunnen applicaties hosten, bestanden opslaan, databases beheren of specifieke functies uitvoeren, zoals e-mailhosting of webhosting.
Een server functioneert door verzoeken van clientapparaten via het netwerk te ontvangen. Wanneer een client gegevens of diensten opvraagt, stuurt hij een verzoek naar de server, waarin het type dienst wordt gespecificeerd dat nodig is (zoals toegang krijgen tot een website of het ophalen van een bestand). De server verwerkt deze verzoeken met behulp van zijn hardware- en softwarebronnen, waaronder mogelijk verwerkingskracht, geheugen, opslag en gespecialiseerde softwaretoepassingen die zijn afgestemd op de rol van de server.
Servers draaien continu om ervoor te zorgen dat ze altijd beschikbaar zijn om te reageren op verzoeken van klanten. Ze werken met gespecialiseerde besturingssystemen en serverspecifieke software waarmee ze meerdere clientverbindingen tegelijkertijd kunnen beheren. Afhankelijk van het type server kunnen er verschillende applicaties of diensten op de achtergrond draaien, zoals webservers (zoals Apache of Nginx), databaseservers (zoals MySQL of PostgreSQL), bestandsservers (zoals FTP of NFS) of e-mailservers (zoals Exchange of Postfix). Servers werken doorgaans in datacenters met redundante stroomvoorzieningen, koelsystemen en beveiligingsmaatregelen om de betrouwbaarheid en gegevensintegriteit te garanderen.