Routeringsprotocollen vergemakkelijken het proces van het dynamisch bijwerken en onderhouden van routeringstabellen binnen een netwerk, waardoor routers de optimale paden kunnen bepalen voor het doorsturen van datapakketten. Ze werken door routers die routeringsinformatie uitwisselen via periodieke updates of geactiveerde gebeurtenissen. Elke router leert over de netwerktopologie en beschikbare paden door informatie te delen met naburige routers, waarbij algoritmen worden gebruikt om de beste routes te berekenen op basis van statistieken zoals afstand, bandbreedte en netwerkcongestie. Routeringsprotocollen zorgen voor een efficiënte en betrouwbare pakketbezorging door zich aan te passen aan veranderingen in de netwerkomstandigheden en de routeringstabellen dienovereenkomstig bij te werken.
Routing Information Protocol (RIP) is een afstandsvectorrouteringsprotocol dat wordt gebruikt binnen lokale netwerken en kleinere netwerken. Het werkt doordat routers periodiek hun volledige routeringstabel naar naburige routers uitzenden. Na ontvangst van deze updates vergelijken routers de geadverteerde routes met hun eigen routeringstabelgegevens, waarbij ze hun routes bijwerken als er een beter pad wordt gevonden op basis van de metriek voor het aantal hops. RIP-routers wisselen standaard elke 30 seconden routeringsupdates uit, waardoor de netwerkconnectiviteit behouden blijft en zich aanpast aan topologieveranderingen. De eenvoud en beperkingen van RIP bij het omgaan met grote netwerken hebben er echter toe geleid dat het minder frequent wordt gebruikt ten gunste van meer geavanceerde protocollen zoals OSPF en BGP in grotere en complexere netwerken.
Het routeringsmechanisme omvat routers die routeringsprotocollen en algoritmen gebruiken om de beste paden te bepalen voor het doorsturen van datapakketten via een netwerk. Wanneer een router een pakket ontvangt, onderzoekt hij het IP-adres van de bestemming om de volgende hoprouter of uitgaande interface te bepalen op basis van zijn routeringstabel. Deze tabel bevat informatie over netwerkbestemmingen en bijbehorende paden, geleerd via handmatige configuratie of dynamisch via routeringsprotocollen. Het routeringsproces omvat verschillende stappen: routebepaling op basis van statistieken zoals het aantal hops of kosten, routevoortplanting via routeringsupdates, en routeonderhoud via periodieke updates en mechanismen voor routeveroudering. Door routeringstabellen voortdurend bij te werken en te optimaliseren, zorgen routers voor een efficiënte pakketaflevering over netwerken, terwijl ze zich aanpassen aan veranderingen in de netwerktopologie en -omstandigheden.