Drive-test is eenvoudigweg een dekkingstest voor het uitstralen van BTS. uit de rijtest kunt u zich de BTS-dekkingsgrens en de voetafdruk van slechte dekking en goede dekking voorstellen. Laten we dt basic begrijpen.
Rijtestplan
- Elke rijroute moet worden gemarkeerd op een gedetailleerde wegenkaart waarop de exacte route wordt aangegeven die moet worden gereden.
- Deze kaarten moeten tijdens de daadwerkelijke rit worden gebruikt voor navigatie door het testvoertuig.
- Ze kunnen ook worden gebruikt tijdens de rijtestverificatie om te controleren of de positioneringsinformatie in het rijtestbestand correct is.
- Voor elke route moet een aparte kaart worden opgesteld.
- Zowel line of site (LOS) als niet-LOS-punten moeten worden opgenomen in de rijtest.
- De verzamelde gegevens moeten typische dekkingsscenario’s vertegenwoordigen.
- In stedelijk gebied moet rekening worden gehouden met het effect van straatoriëntaties.
- De selectie van de rijtestroute moet gebaseerd zijn op de terreinvariaties, belangrijke snelwegen en doorgangen, potentiële schaduwgebieden en overdrachtsregio.
Rijtestprocedure
- De daadwerkelijke duiktest moet zorgvuldig worden uitgevoerd om er zeker van te zijn dat de verzamelde gegevens accuraat zijn.
- Het is belangrijk dat alle gebruikte apparatuur wordt getest en dat alle installatie-informatie wordt vastgelegd.
- Als een van de procedures niet wordt gevolgd of als een van de gegevens niet correct wordt vastgelegd, zijn de schijftestgegevens niet bruikbaar en moet de schijf worden herhaald.
- Ingenieur moet het rijtestplan van tevoren bestuderen en de beoogde rijtestroutes benadrukken.
- Voor elke rijtest moet een team van twee personen betrokken worden.
- Het meetproces moet worden gestopt zodra de auto stopt (bijvoorbeeld bij verkeerslichten) of zodra de bemonstering en metingen verdacht lijken.
Rijtestuitvoer
- Het resultaat van de rijtest is een verzameling gegevensbestanden met de lat, lange, ontvangen signaalsterkte-indicator (RSSI) op dat punt en de frequentie.
- De locatie-informatie (lat, long) wordt door de postverwerkingstools gebruikt als referentie voor de correlatie tussen de gemeten versus voorspelde signaalniveaus voor meetintegratie.
- Dit bestand moet naar de planningstool worden overgebracht via een diskette of via gegevensoverdracht via LAN.
Welke basisparameter let op bij de voortgang van de rijtest.
Voor GSM,
- Rx-niveau sub
- Rx-niveau vol
- Rx Kwaliteit Sub
- Rx-kwaliteit volledig
- C/I
- FER
- Drop Call, Overdracht, Belpoging etc.
- BCCH-BSIC
- Burengegevens
Dit zijn allemaal basisparameters, meer andere zoals laag 3-parameters, die u ook kunt instellen en ook kunt controleren na een rijtest, compleet door te spelen of door een ander nabewerkingshulpmiddel te gebruiken.