De GSM-systeemarchitectuur (Global System for Mobile Communications) omvat verschillende elementen die samenwerken om mobiele communicatiediensten te leveren. Dit zijn de belangrijkste elementen van de GSM-systeemarchitectuur:
1. Mobiel station (MS):
Het Mobile Station vertegenwoordigt de gebruikersapparatuur en bestaat uit twee hoofdcomponenten:
A. Mobiele apparatuur (ME):
- Het fysieke apparaat dat de gebruiker bij zich draagt, inclusief de handset of mobiele telefoon.
B. Abonnee-identiteitsmodule (SIM):
- Een verwijderbare smartcard met gebruikersspecifieke informatie, zoals de International Mobile Subscriber Identity (IMSI) en authenticatiesleutel.
2. Basisstationsubsysteem (BSS):
Het Base Station Subsystem is verantwoordelijk voor de radiocommunicatie met mobiele apparaten. Het omvat twee belangrijke elementen:
A. Basiszendontvangerstation (BTS):
- Bevat de radiozendontvangers die een cel definiëren en de radiocommunicatie afhandelen met de mobiele apparaten binnen die cel.
B. Basisstationcontroller (BSC):
- Beheert meerdere basistransceiverstations en voert taken uit zoals overdrachten en frequentieverspringing.
3. Netwerk- en schakelsubsysteem (NSS):
Het Network and Switching Subsystem beheert de communicatie tussen mobiele apparaten en externe netwerken. Belangrijke elementen zijn onder meer:
A. Mobiel schakelcentrum (MSC):
- De centrale component die gesprekken verbindt, gespreksoverdrachten beheert en toezicht houdt op het mobiliteitsbeheer van mobiele gebruikers.
B. Thuislocatieregister (HLR):
- Slaat abonneegegevens op, inclusief gebruikersprofielen en abonnementsgegevens.
C. Bezoekerslocatieregister (VLR):
- Behoudt tijdelijke informatie over abonnees binnen het dekkingsgebied, opgehaald uit het HLR.
D. Authenticatiecentrum (AUC):
- Verifieert de identiteit van de abonnee door de authenticatiegegevens die zijn opgeslagen op de SIM-kaart te vergelijken met die in het HLR.
e. Apparatuuridentiteitsregister (EIR):
- Beheert een lijst met geldige en ongeldige mobiele apparatuur om gestolen of niet-geautoriseerde apparaten op te sporen.
4. Bedienings- en onderhoudscentrum (OMC):
Het Bedienings- en Onderhoudscentrum is verantwoordelijk voor het beheer, de monitoring en het onderhoud van het gehele GSM-netwerk.
5. Interworking-functie (IWF):
De Interworking-functie vergemakkelijkt de communicatie tussen het GSM-netwerk en andere netwerken, zoals het Public Switched Telephone Network (PSTN) of internet.
Deze elementen werken samen om de naadloze levering van mobiele communicatiediensten in het GSM-netwerk te garanderen.