Wat is SMTP en hoe werkt het?

SMTP, of Simple Mail Transfer Protocol, is een protocol dat wordt gebruikt voor het verzenden van e-mailberichten tussen servers. Het werkt op TCP/IP-netwerken en is essentieel voor de verzending van e-mails via internet en binnen particuliere netwerken.

SMTP werkt door een communicatiekanaal tot stand te brengen tussen de SMTP-client van de afzender (vaak een e-mailtoepassing of server) en de SMTP-server van de ontvanger. De afzender initieert de communicatie door verbinding te maken met de SMTP-server van de ontvanger op TCP-poort 25 (of andere aangewezen poorten zoals 587 voor veilige e-mailoverdracht). Eenmaal verbonden, verzendt de afzender het e-mailbericht samen met de informatie over de afzender en de ontvanger naar de SMTP-server.

SMTP wordt voornamelijk gebruikt voor het verzenden van e-mailberichten van de ene server naar de andere. Het vergemakkelijkt de overdracht van e-mailgegevens door een reeks regels en opdrachten te definiëren die een betrouwbare bezorging mogelijk maken. SMTP-servers verzorgen de verzending en routering van e-mailberichten op basis van de domeininformatie van de ontvanger en zorgen ervoor dat e-mails worden afgeleverd bij de juiste mailservers die verantwoordelijk zijn voor de mailbox van de ontvanger.

Om een ​​e-mail te verzenden via SMTP, configureert u uw e-mailclient of -toepassing om verbinding te maken met een SMTP-server. Normaal gesproken voert u het SMTP-serveradres (bijvoorbeeld smtp.example.com) en poortnummer (25 of 587 voor standaard SMTP, of 465 voor SMTP via SSL/TLS) in. U verstrekt ook verificatiereferenties (gebruikersnaam en wachtwoord) indien vereist door de SMTP-server. Eenmaal geconfigureerd, stelt u uw e-mail op en klikt u op “Verzenden”, waarmee u het proces van het SMTP-protocol voor het verzenden van de e-mail naar de server van de ontvanger initieert.

Het proces van een SMTP-server omvat verschillende stappen:

  1. Handshake: De client initieert een TCP-verbinding met de server en identificeert zichzelf.
  2. Mail Transfer: De client verzendt het e-mailadres van de afzender, het e-mailadres van de ontvanger en de e-mailinhoud naar de server met behulp van SMTP-opdrachten (bijvoorbeeld EHLO, MAIL FROM, RCPT TO, DATA).
  3. Bezorging: De SMTP-server stuurt de e-mail door naar de domeinserver van de ontvanger, wat kan betekenen dat deze via meerdere servers moet worden doorgegeven totdat de eindbestemming wordt bereikt.
  4. Notificatie: De server verzendt bevestigingscodes (bijvoorbeeld 250 OK) om een ​​succesvolle bezorging of foutcodes (bijvoorbeeld 550 Gebruiker onbekend) te bevestigen als er zich problemen voordoen.

SMTP zelf is in de eerste plaats bedoeld voor het verzenden van e-mail in plaats van voor het ontvangen ervan. Voor het ontvangen van e-mail gebruiken servers doorgaans protocollen zoals IMAP of POP3, zodat clients berichten kunnen ophalen die op de server zijn opgeslagen. SMTP speelt echter wel een rol bij de initiële overdracht van inkomende e-mail van de verzendende servers naar de e-mailserver van de ontvanger voordat deze wordt opgeslagen en beschikbaar wordt gemaakt voor ophalen door de ontvanger.

Recent Updates