Wat is LTE LAC?

In de context van Long-Term Evolution (LTE)-netwerken verwijst de term ‘LAC’ doorgaans naar ‘Location Area Code’. Het is echter belangrijk op te merken dat het concept van Location Area Code vaker wordt geassocieerd met oudere mobiele technologieën zoals GSM (Global System for Mobile Communications) en niet rechtstreeks van toepassing is op LTE. In plaats daarvan gebruiken LTE-netwerken verschillende identificatiegegevens en mechanismen voor het beheren van locatie-informatie.

GSM en locatienummer (LAC):

In GSM-netwerken, inclusief 2G- en 2,5G-technologieën, is de Location Area Code (LAC) een parameter die wordt gebruikt voor het volgen en beheren van de locatie van mobiele apparaten binnen het netwerk. Het GSM-netwerk is verdeeld in Location Areas (LA’s), elk geïdentificeerd door een unieke LAC. LA’s bestaan ​​uit meerdere cellen en wanneer een mobiel apparaat van de ene LA naar de andere beweegt, wordt een locatie-updateprocedure geactiveerd.

LTE en trackinggebied (TA):

In LTE-netwerken is het concept dat meer analoog is aan de LAC in GSM de “Tracking Area (TA)”. Het trackinggebied is een groep cellen die zijn gegroepeerd voor tracking- en locatiebeheerdoeleinden. Wanneer een mobiel apparaat zich van het ene trackinggebied naar het andere verplaatst, kan het een Tracking Area Update (TAU)-procedure activeren.

Belangrijke aspecten van LTE-trackinggebied:

1. Trackinggebiedidentificatie (TAI):

De Tracking Area Identifier (TAI) wordt gebruikt om een ​​Tracking Area binnen een LTE-netwerk op unieke wijze te identificeren. Het bestaat uit de Mobile Country Code (MCC), Mobile Network Code (MNC) en Tracking Area Code (TAC).

2. TAC en volggebied:

Net als de LAC in GSM helpt de Tracking Area Code (TAC) bij het identificeren van een specifiek trackinggebied binnen het LTE-netwerk. Wanneer een mobiel apparaat zich door trackinggebieden beweegt, kan het een trackinggebiedupdate starten om het netwerk op de hoogte te stellen van zijn nieuwe locatie.

3. Mobiliteits- en locatiebeheer:

Het Tracking Area-concept in LTE is cruciaal voor mobiliteit en locatiebeheer. Hiermee kan het netwerk de locatie van mobiele apparaten efficiënt volgen en de routering van gegevens van en naar deze apparaten optimaliseren.

4. TAU-procedure:

De procedure Tracking Area Update (TAU) wordt geactiveerd wanneer een mobiel apparaat naar een nieuw trackinggebied beweegt. Tijdens TAU informeert het apparaat het netwerk over zijn nieuwe locatie, waardoor het netwerk zijn gegevens kan bijwerken en een naadloze communicatie kan onderhouden.

5. Signaaloverhead optimaliseren:

Het ontwerp van het Tracking Area-concept in LTE is bedoeld om de signaleringsoverhead te optimaliseren. Door cellen in Tracking Areas te groeperen en de locatie-informatie op Tracking Area-niveau bij te werken, kunnen LTE-netwerken de frequentie van signaleringsupdates verminderen in vergelijking met updates op individueel celniveau.

LTE en mobiliteitsbeheer:

LTE-netwerken zijn ontworpen om de mobiliteit van gebruikers tussen cellen en trackinggebieden efficiënt te beheren. Het gebruik van trackinggebieden en de TAU-procedure helpt bij het optimaliseren van overdrachten en zorgt ervoor dat communicatiesessies ononderbroken blijven terwijl mobiele apparaten zich binnen het netwerk verplaatsen.

Conclusie:

Hoewel de term “LAC” vaker wordt geassocieerd met GSM-netwerken, gebruiken LTE-netwerken het concept van Tracking Areas om vergelijkbare doelen te bereiken op het gebied van locatiebeheer en mobiliteitstracking. Het Tracking Area-concept in LTE speelt een cruciale rol bij het handhaven van efficiënte communicatie terwijl mobiele apparaten zich door verschillende gebieden binnen het netwerk bewegen.

Recent Updates

Related Posts