Wat is LDAP versus Active Directory?

LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) en Active Directory (AD) zijn verwante maar verschillende concepten op het gebied van directoryservices en identiteitsbeheer.

LDAP is een protocol dat wordt gebruikt voor toegang tot en beheer van informatie in directoryservices. Het biedt een gestandaardiseerde methode voor het opvragen en wijzigen van directory-informatie, zoals gebruikersaccounts, groepen, organisatie-eenheden en andere netwerkbronnen. LDAP wordt vaak gebruikt als protocol voor toegang tot directoryservices in verschillende omgevingen, waaronder bedrijfsnetwerken, onderwijsinstellingen en internetproviders (ISP’s).

Active Directory is daarentegen een directoryservice ontwikkeld door Microsoft. Het gaat verder dan LDAP en biedt een uitgebreide directoryservice waarin LDAP een van de componenten is. Active Directory integreert LDAP naast andere services zoals Kerberos-authenticatie, DNS-services (Domain Name System), groepsbeleidsbeheer en meer. Het wordt voornamelijk gebruikt in Windows-omgevingen om gebruikers, computers en bronnen binnen een domeinnetwerk te beheren en te authenticeren.

LDAP en Active Directory zijn niet hetzelfde, maar zijn wel nauw verwant. LDAP verwijst specifiek naar het protocol dat wordt gebruikt om toegang te krijgen tot directoryservices, terwijl Active Directory een directoryservice is die LDAP als een van de functies omvat. Active Directory maakt gebruik van LDAP voor directorybewerkingen, maar breidt ook de functionaliteit uit met aanvullende services en beheermogelijkheden die specifiek zijn voor Windows-omgevingen.

LDAP wordt gebruikt voor het openen en beheren van directory-informatie op verschillende platforms en applicaties. Het biedt een gestandaardiseerde manier om query’s en updates uit te voeren op directorygegevens, waardoor het waardevol is voor gecentraliseerd beheer van gebruikersaccounts, authenticatiereferenties, instellingen voor toegangscontrole en andere directorygerelateerde informatie. Met LDAP kunnen organisaties één enkele bron van waarheid behouden voor identiteits- en toegangsbeheer, waardoor efficiënte beheer- en authenticatieprocessen binnen netwerkomgevingen worden vergemakkelijkt.

LDAP kan onafhankelijk van Active Directory functioneren. Terwijl Active Directory LDAP integreert als onderdeel van zijn directoryserviceaanbod, is LDAP zelf een protocol dat door verschillende directoryservices en -applicaties kan worden geïmplementeerd. LDAP-compatibele directoryservers, zoals OpenLDAP of Apache Directory Server, kunnen onafhankelijk van Active Directory werken en directoryservices leveren met behulp van het LDAP-protocol. Organisaties kunnen ervoor kiezen om LDAP te gebruiken voor gecentraliseerde gebruikersauthenticatie en directorybeheer zonder Active Directory in te zetten, afhankelijk van hun specifieke vereisten en IT-infrastructuur.

IAM (Identity and Access Management) en LDAP vervullen complementaire maar verschillende rollen bij het beheren van identiteiten en toegang binnen organisaties. IAM omvat beleid, processen en technologieën die worden gebruikt om digitale identiteiten te beheren en de toegang tot bronnen te controleren. Het omvat het beheer van de identiteitslevenscyclus, toegangsbeheer, authenticatie, autorisatie en auditing. LDAP daarentegen is een protocol dat wordt gebruikt voor toegang tot directoryservices en het opvragen van directory-informatie. Terwijl LDAP identiteitsbeheertaken kan vergemakkelijken door gecentraliseerde directoryservices aan te bieden, omvatten IAM-oplossingen bredere mogelijkheden voor het beheren van identiteiten, het afdwingen van beleid en het garanderen van veilige toegang tot bronnen in heterogene IT-omgevingen.