Het verschil tussen FTP (File Transfer Protocol) en SMB (Server Message Block) is dat FTP voornamelijk wordt gebruikt voor het overbrengen van bestanden tussen een client en een server via een netwerk, terwijl SMB wordt gebruikt voor het delen van bestanden, printers en andere bronnen via een netwerk. lokaal netwerk.
Een voordeel van SMB ten opzichte van FTP is dat SMB netwerkbrowsen ondersteunt, waardoor gebruikers gemakkelijk gedeelde bronnen binnen een netwerk kunnen lokaliseren en openen, terwijl FTP doorgaans vereist dat gebruikers het exacte adres van de server en de bestandspaden kennen.
Het verschil tussen FTP en een gedeelde schijf is dat FTP een protocol is dat wordt gebruikt voor de overdracht van bestanden tussen een client en een server, waarvoor een FTP-clienttoepassing vereist is. Een gedeelde schijf verwijst daarentegen naar een opslaglocatie op een netwerk waartoe gebruikers rechtstreeks toegang hebben en waarmee ze rechtstreeks via hun besturingssysteem kunnen communiceren zonder dat ze een afzonderlijke clienttoepassing nodig hebben.
SMB wordt gebruikt voor het delen van bestanden, printers en andere netwerkbronnen binnen een lokaal netwerk (LAN). Hiermee kunnen gebruikers bestanden op externe computers openen en beheren alsof ze zich op hun lokale machines bevinden.
SMB is niet op dezelfde manier een protocol voor bestandsoverdracht als FTP; het is eerder een protocol voor het delen van netwerkbestanden. Hoewel het de overdracht van bestanden vergemakkelijkt, is de primaire functie het mogelijk maken van gedeelde toegang tot bestanden, printers en andere bronnen via een netwerk.