Het subnetmasker voor een /25-netwerk is 255.255.255.128. Dit komt overeen met 25 bits die zijn toegewezen voor het netwerkgedeelte van het IP-adres, waardoor er 7 bits overblijven voor hostadressen binnen elk subnet. Dit subnetmasker verdeelt de IP-adresruimte effectief in kleinere subnetwerken, die elk maximaal 126 bruikbare IP-adressen kunnen bevatten.
Een /25-netwerk biedt ruimte voor 128 subnetten. Dit is afgeleid van de formule 2^(32 – 25), waarbij 32 het totale aantal bits in een IPv4-adres vertegenwoordigt. Elk subnet heeft zijn eigen reeks IP-adressen en kan onafhankelijk worden beheerd binnen de grotere netwerkinfrastructuur.
Het netwerk 255.255.254.0, of /23 in CIDR-notatie, definieert een subnetmasker dat een groter aantal IP-adressen binnen zijn bereik mogelijk maakt. Het omvat met name IP-adressen van 192.168.0.0 tot 192.168.1.255. Het subnetmasker 255.255.254.0 wijst effectief 23 bits aan voor het netwerkgedeelte en 9 bits voor hostadressen, waardoor maximaal 510 bruikbare IP-adressen per subnet kunnen worden ondergebracht.
Een /25-netwerk biedt 126 bruikbare IP-adressen per subnet. Dit komt doordat 32 – 25 = 7 bits zijn gereserveerd voor hostadressen binnen elk subnet, waardoor er in elk subnet 2^7 – 2 IP-adressen mogelijk zijn (minus twee adressen gereserveerd voor netwerk en broadcast). Deze toewijzing wordt doorgaans gebruikt in scenario’s waarin een gematigd aantal hosts moet worden ondergebracht binnen een groot aantal kleinere subnetten in een netwerkinfrastructuur.