LAN (Local Area Network) en WAN (Wide Area Network) dienen verschillende doeleinden in netwerken. LAN’s worden gebruikt om apparaten binnen een beperkt geografisch gebied, zoals een enkel gebouw, kantoor of campus, met elkaar te verbinden. Ze vergemakkelijken lokale communicatie en het delen van gegevens tussen computers, printers, servers en andere apparaten binnen dezelfde fysieke locatie. LAN’s bieden doorgaans snelle connectiviteit, lage latentie en hoge gegevensoverdrachtsnelheden, waardoor ze ideaal zijn voor het ondersteunen van lokale toepassingen, het delen van bestanden en samenwerkingsomgevingen.
WAN’s zijn daarentegen ontworpen om geografisch verspreide locaties over een groot gebied, zoals verschillende steden, landen of continenten, met elkaar te verbinden. WAN’s maken gebruik van verschillende communicatietechnologieën, waaronder huurlijnen, satellietverbindingen en glasvezel, om gegevens over lange afstanden te verzenden. Het primaire gebruik van WAN’s is het mogelijk maken van efficiënte communicatie en gegevensuitwisseling tussen externe locaties, filialen of partners, waardoor gecentraliseerde toegang tot bronnen zoals databases, servers en clouddiensten via een mondiale of regionale netwerkinfrastructuur wordt vergemakkelijkt.
LAN’s en MAN’s (Metropolitan Area Networks) dienen verschillende doeleinden op basis van hun geografische reikwijdte. LAN’s worden gebruikt voor lokale communicatie binnen een besloten ruimte, zoals een huis, kantoorgebouw of campus. Ze ondersteunen snelle gegevensoverdracht, gedeelde toegang tot bronnen en efficiënte samenwerking tussen apparaten in de buurt. MAN’s bestrijken daarentegen een groter geografisch gebied dan LAN’s, maar kleiner dan WAN’s, en bestrijken doorgaans een stad of grootstedelijk gebied. MAN’s bieden connectiviteit tussen verschillende LAN’s binnen dezelfde stad en ondersteunen regionale communicatie, internettoegang en gecentraliseerde diensten zoals stadsbrede Wi-Fi-netwerken of gemeentelijke diensten.
Wi-Fi (Wireless Fidelity) is een technologie die voornamelijk wordt gebruikt om draadloze connectiviteit te bieden binnen een lokaal netwerk (LAN). Hiermee kunnen apparaten zoals smartphones, laptops, tablets en IoT-apparaten draadloos verbinding maken met een LAN, waardoor mobiliteit en flexibiliteit bij de toegang tot netwerkbronnen mogelijk worden. Hoewel Wi-Fi draadloze communicatie binnen een LAN-omgeving mogelijk maakt, is het voor connectiviteit afhankelijk van de onderliggende LAN-infrastructuur. Daarom wordt Wi-Fi zelf beschouwd als een technologie die binnen het bereik van een LAN werkt in plaats van een WAN, en lokale draadloze toegang biedt tot LAN-bronnen zoals internetconnectiviteit, het delen van bestanden en printertoegang.