Een kenmerk van een WAN (Wide Area Network) is het vermogen om grote geografische gebieden te bestrijken, waarbij meerdere kleinere netwerken zoals LAN’s (Local Area Networks) in steden, landen of zelfs wereldwijd met elkaar worden verbonden. WAN’s zijn ontworpen om communicatie en het delen van bronnen over lange afstanden te vergemakkelijken.
Een karakteristiek WAN omvat doorgaans gehuurde telecommunicatielijnen of satellietverbindingen om verschillende locaties met elkaar te verbinden. Het ondersteunt gegevensoverdracht met hoge capaciteit, waardoor bedrijven en organisaties efficiënt op meerdere geografische locaties kunnen opereren.
De drie belangrijkste kenmerken van WAN’s zijn een brede geografische dekking, het gebruik van gehuurde of openbare telecommunicatielijnen voor connectiviteit en de mogelijkheid om verschillende communicatieprotocollen en -diensten over lange afstanden te ondersteunen.
Een uitspraak die een kenmerk van een WAN beschrijft, is dat het de verbinding mogelijk maakt van meerdere lokale netwerken (LAN’s) over grote geografische afstanden, waardoor het efficiënt delen van bronnen en communicatie tussen afgelegen locaties mogelijk wordt.
De kenmerken van LAN (Local Area Network), MAN (Metropolitan Area Network) en WAN (Wide Area Network) variëren afhankelijk van het gebied dat ze bestrijken en hun typische gebruik. Een LAN bestrijkt een klein geografisch gebied, zoals een enkel gebouw of campus, en biedt doorgaans hogesnelheidsverbindingen en lage latentie. Een MAN bestrijkt een stad of grootstedelijk gebied, verbindt meerdere LAN’s binnen die regio en biedt connectiviteit op middellange afstand. Een WAN bestrijkt een groot geografisch gebied, vaak mondiaal, en verbindt meerdere MAN’s en LAN’s, en maakt doorgaans gebruik van verbindingen met een lagere snelheid en een hogere latentie in vergelijking met LAN’s.