VLAN-tagging heeft tot doel netwerkverkeer te identificeren en te scheiden in afzonderlijke virtuele LAN’s (VLAN’s) binnen één fysieke netwerkinfrastructuur. Het stelt netwerkbeheerders in staat een fysiek LAN logisch in meerdere VLAN’s te verdelen op basis van criteria zoals afdelings-, functie- of beveiligingsvereisten. VLAN-tagging wijst unieke identificatietags toe, doorgaans ingevoegd in de Ethernet-frameheader, om elk pakket dat tot een specifiek VLAN behoort te markeren. Deze tagging zorgt ervoor dat datapakketten alleen worden doorgestuurd naar aangewezen VLAN-leden, waardoor de netwerkbeveiliging, efficiëntie en beheerflexibiliteit worden verbeterd.
Het gebruik van VLAN-tagging speelt een belangrijke rol bij het optimaliseren van de netwerkprestaties en -beveiliging door de isolatie en segmentatie van netwerkverkeer mogelijk te maken. Door pakketten te taggen met VLAN-identificatoren kunnen netwerkswitches verkeer effectief tussen VLAN’s routeren, terwijl de scheiding tussen verschillende groepen apparaten of gebruikers behouden blijft. Met VLAN-tagging kunnen beheerders het netwerkbeheer stroomlijnen, specifiek beleid toepassen op individuele VLAN’s en het uitzendverkeer binnen elk VLAN controleren, waardoor de algehele netwerkbetrouwbaarheid wordt verbeterd en congestie wordt verminderd.
Het doel van een VLAN (virtueel LAN) is om een enkel fysiek netwerk logisch te verdelen in meerdere onafhankelijke broadcastdomeinen, die elk functioneren als een afzonderlijk LAN-segment. VLAN’s verbeteren de schaalbaarheid, flexibiliteit en beveiliging van het netwerk door apparaten te groeperen in afzonderlijke uitzenddomeinen op basis van organisatorische behoeften of administratief beleid. Door verkeer binnen VLAN’s te isoleren, kunnen organisaties betere netwerkprestaties bereiken, het netwerkbeheer vereenvoudigen en een gedetailleerd beveiligingsbeleid afdwingen dat is afgestemd op verschillende groepen of soorten netwerkverkeer.
VLAN-tags worden toegepast op Ethernet-frameniveau, specifiek binnen de header van elk datapakket. Wanneer een apparaat gegevens verzendt via een VLAN-bewust netwerk, wordt de VLAN-tag in het Ethernet-frame ingevoegd om het VLAN te identificeren waartoe het pakket behoort. Netwerkswitches gebruiken deze tags om pakketten te classificeren en naar hun respectievelijke VLAN’s te routeren op basis van de VLAN-identificatie in de tag. VLAN-tags vergemakkelijken de efficiënte en gecontroleerde overdracht van gegevens binnen VLAN’s, waardoor netwerksegmentatie, verkeersisolatie en de implementatie van specifiek netwerkbeleid mogelijk worden gemaakt zonder dat er extra fysieke infrastructuur nodig is.