Het doel van een gatewaydienst is om te fungeren als tussenpersoon tussen verschillende netwerken of netwerkprotocollen, waardoor de communicatie en gegevensuitwisseling daartussen wordt vergemakkelijkt. Gateways vertalen dataformaten, protocollen of architecturen om naadloze connectiviteit mogelijk te maken tussen ongelijksoortige systemen die anders mogelijk incompatibel zouden zijn.
Er is een gateway nodig om netwerken met elkaar te verbinden die verschillende protocollen of communicatiemethoden gebruiken. Het stelt apparaten of netwerken die één protocol gebruiken in staat te communiceren met apparaten of netwerken die een ander protocol gebruiken, waardoor interoperabiliteit wordt gegarandeerd en gegevensuitwisseling tussen heterogene omgevingen mogelijk wordt gemaakt.
Een gateway-IP-adres (Internet Protocol) is nodig om het specifieke gateway-apparaat te identificeren dat een lokaal netwerk verbindt met externe netwerken, zoals internet. Het gateway-IP-adres dient als uitgangspunt voor gegevens die het lokale netwerk verlaten en als toegangspunt voor gegevens die vanuit externe bronnen het netwerk binnenkomen.
Het belang van een internetgateway ligt in zijn rol als verbindingspunt tussen een lokaal netwerk en internet. Hiermee kunnen apparaten binnen het lokale netwerk toegang krijgen tot bronnen, services en informatie die beschikbaar zijn op internet. De gateway beheert de verkeersroutering, biedt beveiliging door de toegang van en naar het netwerk te controleren en dient als centraal punt voor netwerkbeheer en -monitoring. Een betrouwbare internetgateway is essentieel voor het behoud van connectiviteit, veiligheid en efficiënte gegevensoverdracht tussen lokale netwerken en de bredere internetinfrastructuur.