Het BGP-protocolalgoritme (Border Gateway Protocol) is gebaseerd op een padvectorrouteringsalgoritme. In tegenstelling tot traditionele link-state of distance vector-algoritmen die worden gebruikt in interne gateway-protocollen, werkt BGP door routeringsinformatie uit te wisselen die informatie over de netwerkbereikbaarheid bevat, samen met padkenmerken. Hierdoor kan BGP routeringsbeslissingen nemen op basis van beleid, padkenmerken en AS-padinformatie (Autonomous System).
Het algoritme dat in BGP wordt gebruikt, staat bekend als het padvectoralgoritme. Het verschilt van traditionele afstandsvectoralgoritmen doordat het zich richt op padinformatie en beleid in plaats van op het aantal hops of op koppelingsstatistieken. BGP-routers wisselen informatie uit over netwerkbereikbaarheid en bijbehorende padkenmerken, waardoor ze paden kunnen construeren op basis van AS-paden, MED (Multi-Exit Discriminator), lokale voorkeur en andere kenmerken om de beste routes te bepalen.
BGP (Border Gateway Protocol) is gebaseerd op het padvectorrouteringsalgoritme. Met dit algoritme kunnen BGP-routers paden naar bestemmingsnetwerken onderhouden, samen met attributen die de padkenmerken beschrijven, zoals AS-padlengte, routeoorsprong en routebeleid. BGP-routers wisselen deze informatie uit om een globaal beeld van de netwerkbereikbaarheid op te bouwen en de beste paden te selecteren op basis van geconfigureerd beleid en padkenmerken.
BGP maakt geen gebruik van het algoritme van Dijkstra, dat doorgaans wordt gebruikt in link-state routing-protocollen zoals OSPF (Open Shortest Path First). In plaats daarvan gebruiken BGP-routers een beslissingsproces dat bekend staat als het BGP Best Path Selection Algorithm. Dit algoritme evalueert meerdere padkenmerken en beleid om het beste pad tussen meerdere kandidaten naar een bestemmingsnetwerk te selecteren.
Het beste padalgoritme in BGP verwijst naar het beslissingsproces dat door BGP-routers wordt gebruikt om het beste pad naar een bestemmingsnetwerk te selecteren uit meerdere beschikbare paden. BGP-routers houden rekening met verschillende kenmerken, zoals het kortste AS-pad, de hoogste lokale voorkeur, de kortste IGP-metriek (Interior Gateway Protocol) naar de next-hop-router en andere padkenmerken zoals MED (Multi-Exit Discriminator) en BGP-oorsprongscode. De router past vervolgens configureerbaar BGP-beleid en administratieve regels toe om het beste pad te bepalen op basis van lokale vereisten en netwerkbeleid.