Het API-gatewayprotocol verwijst naar de gestandaardiseerde methode of set regels die een API-gateway gebruikt om te communiceren met clients en backend-services. Het definieert hoe verzoeken en antwoorden worden gestructureerd en uitgewisseld tussen deze componenten, waardoor consistentie en interoperabiliteit tussen verschillende systemen en applicaties wordt gegarandeerd.
API-gateways gebruiken doorgaans HTTP- of HTTPS-protocollen om inkomende API-verzoeken van clients te verwerken en deze naar de juiste backend-services te routeren. Deze protocollen bieden een gemeenschappelijke taal voor de communicatie tussen de gateway, clients en backend-services, waardoor een veilige en efficiënte gegevensoverdracht via internet wordt gegarandeerd.
Een API-gateway is een server die fungeert als tussenpersoon tussen clients en backend-services, verzoeken routert, beveiligingsbeleid afdwingt en verschillende functies uitvoert, zoals authenticatie, snelheidsbeperking, logboekregistratie en monitoring. Het fungeert als één toegangspunt voor meerdere API’s, waardoor de clienttoegang en het beheer van API-verkeer worden vereenvoudigd.
Protocolvertaling in een API-gateway verwijst naar de mogelijkheid van de gateway om inkomende verzoeken van het ene protocol naar het andere te vertalen voordat deze worden doorgestuurd naar backend-services. Het kan bijvoorbeeld HTTP-verzoeken van clients omzetten in HTTPS-verzoeken die nodig zijn voor backend-services voor veilige communicatie. Deze vertaling zorgt voor compatibiliteit tussen verschillende protocollen die worden gebruikt door clients en backend-systemen, waardoor naadloze interactie en gegevensuitwisseling tussen heterogene omgevingen mogelijk wordt.