Een router en modem zijn verschillende netwerkapparaten met verschillende functies:
Een modem is een apparaat dat analoge signalen moduleert en demoduleert om digitale gegevens te verzenden via communicatiekanalen zoals telefoonlijnen, kabelsystemen of glasvezelkabels. De primaire functie is het tot stand brengen en onderhouden van een verbinding met een internetprovider (ISP), waardoor apparaten toegang tot internet kunnen krijgen.
Wi-Fi is geen modem. Wi-Fi verwijst naar een draadloze netwerktechnologie waarmee apparaten draadloos verbinding kunnen maken met een lokaal netwerk (LAN). Wi-Fi wordt doorgaans geleverd door een router, die draadloze signalen uitzendt waarmee apparaten verbinding kunnen maken, waardoor draadloze internettoegang binnen een huis, kantoor of openbare ruimte mogelijk wordt gemaakt.
Hoewel een router en Wi-Fi verwant zijn, zijn ze niet hetzelfde. Een router is een netwerkapparaat dat datapakketten tussen computernetwerken doorstuurt, waardoor communicatie tussen apparaten binnen een LAN of tussen een LAN en internet mogelijk wordt. Het beheert het netwerkverkeer, wijst IP-adressen toe aan apparaten en biedt beveiligingsfuncties zoals firewallbescherming.
Samenvattend maakt een modem verbinding met het netwerk van de internetprovider en biedt internettoegang tot een lokaal netwerk, terwijl een router apparaten binnen een lokaal netwerk verbindt en het dataverkeer daartussen beheert. Wi-Fi is een technologie waarmee apparaten draadloos verbinding kunnen maken met een lokaal netwerk, meestal geleverd door een router die Wi-Fi-signalen uitzendt.