Een poort in netwerken verwijst naar een communicatie-eindpunt of een numerieke identificatie die door netwerkprotocollen wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen verschillende services of processen op één apparaat. Poorten maken het mogelijk dat meerdere applicaties of services die op een apparaat draaien, gelijktijdig gegevens via een netwerk kunnen verzenden en ontvangen. Elke poort is gekoppeld aan een specifiek protocol en een specifieke service, waardoor apparaten verschillende soorten netwerkverkeer tegelijkertijd kunnen verwerken.
In netwerkterminologieën is een poort een logische constructie die dient als gateway voor communicatie tussen apparaten via een netwerk. Hierdoor kunnen verschillende applicaties of services die op een apparaat draaien hetzelfde IP-adres gebruiken, terwijl er verschillende kanalen voor gegevensuitwisseling behouden blijven. Poorten worden geïdentificeerd door numerieke waarden variërend van 0 tot 65535, waarbij bekende poorten (0-1023) gereserveerd zijn voor specifieke services zoals HTTP (poort 80) en FTP (poort 21).
Een poort is een fundamenteel element in netwerken dat samen met IP-adressen werkt om de communicatie tussen apparaten en applicaties via internet te vergemakkelijken. Een IP-adres identificeert een apparaat in een netwerk, terwijl een poort een bepaalde toepassing of dienst specificeert die op dat apparaat draait. Samen vormen ze een uniek eindpunt waarmee gegevens kunnen worden verzonden en ontvangen tussen verschillende apparaten en over verschillende netwerken.
Poorten in netwerken worden onderverdeeld in verschillende typen op basis van hun gebruik en standaardisatie. Deze typen omvatten:
- Bekende poorten: Poorten genummerd van 0 tot 1023 zijn gereserveerd voor bekende services zoals HTTP (poort 80), FTP (poort 21) en SSH (poort 22). Deze poorten zijn gestandaardiseerd en algemeen erkend voor specifieke soorten netwerkverkeer.
- Geregistreerde poorten: Poorten genummerd van 1024 tot 49151 zijn geregistreerd bij de Internet Assigned Numbers Authority (IANA) voor specifieke services of toepassingen. Deze poorten worden gebruikt door toepassingen die consistente en gestandaardiseerde communicatiekanalen vereisen.
- Dynamische of privépoorten: poorten genummerd van 49152 tot 65535 zijn beschikbaar voor dynamische toewijzing door clienttoepassingen. Deze poorten worden doorgaans gebruikt voor tijdelijke of kortstondige verbindingen en zijn niet gekoppeld aan specifieke protocollen of services.
De basisdefinitie van een poort in netwerken verwijst naar een genummerd eindpunt op een apparaat waarmee meerdere applicaties of services hetzelfde IP-adres kunnen gebruiken voor communicatie. Poorten vergemakkelijken de routering en het beheer van datapakketten tussen verschillende applicaties die op een apparaat draaien, waardoor efficiënte en veilige netwerkcommunicatie via internet mogelijk wordt.