Een apparaathub verwijst in algemene termen naar een centraal punt of apparaat waarmee meerdere apparaten verbinding kunnen maken en met elkaar kunnen communiceren binnen een netwerk. Het dient als een knooppunt waar apparaten gegevens en informatie kunnen delen, waardoor de onderlinge communicatie wordt vergemakkelijkt.
Een hubapparaat verwijst in netwerken naar een hardwareapparaat dat fungeert als centraal verbindingspunt voor meerdere apparaten in een netwerk. Het werkt doorgaans op de fysieke laag (laag 1) van het OSI-model, waarbij gegevens die van het ene apparaat worden ontvangen eenvoudigweg worden doorgegeven aan alle andere apparaten die op de hub zijn aangesloten. Deze uitzendmethode zorgt ervoor dat alle aangesloten apparaten de gegevens ontvangen, ongeacht de beoogde ontvanger.
DeviceHub is een specifiek voorbeeld of merk van een netwerkapparaat dat op dezelfde manier functioneert als andere hubs. Het biedt een centraal punt voor het verbinden van meerdere apparaten binnen een netwerk, waardoor ze kunnen communiceren en gegevens kunnen delen. Dergelijke apparaten bevatten vaak meerdere poorten om verschillende verbindingen van computers, printers en andere netwerkapparaten mogelijk te maken.
Een hub werkt door datapakketten van één apparaat te ontvangen en deze vervolgens naar alle andere apparaten te verzenden die op de hub zijn aangesloten. Het werkt op broadcast-wijze, wat betekent dat het geen datapakketten analyseert of filtert op basis van hun bestemmings-MAC-adressen. In plaats daarvan stuurt het binnenkomende gegevens door naar alle aangesloten apparaten, waarbij het afhankelijk is van de apparaten zelf om te bepalen of de gegevens voor hen bedoeld zijn. Deze eenvoud in bediening maakt hubs eenvoudig te gebruiken, maar kan leiden tot netwerkcongestie en inefficiëntie in vergelijking met geavanceerdere netwerkapparaten zoals switches.