Wat is de POP3-opdracht?

De POP3-opdracht, of Post Office Protocol versie 3, is een protocol dat door e-mailclients wordt gebruikt om e-mails van een externe server op te halen. Meestal gaat het om opdrachten zoals USER, PASS, LIST, RETR, DELE en QUIT, die respectievelijk de gebruiker authenticeren, e-mails weergeven, specifieke e-mails ophalen, e-mails markeren voor verwijdering en de sessie afsluiten.

Voor het uitvoeren van POP3 moet u een e-mailclient configureren met de POP3-instellingen van uw e-mailserviceprovider. U voert servergegevens (zoals hostnaam en poortnummer), gebruikersnaam en wachtwoord in de instellingen van uw e-mailclient in. Eenmaal geconfigureerd, communiceert de client met de POP3-server om e-mails naar uw lokale apparaat te downloaden.

POP3 haalt e-mails op van een mailserver naar een clientapparaat en verwijdert ze na het ophalen van de server. Hiermee kunnen gebruikers e-mails offline openen en beheren, in tegenstelling tot IMAP (Internet Message Access Protocol), waarbij e-mails doorgaans op de server blijven staan. POP3 is geschikt voor gebruikers die er de voorkeur aan geven e-mails lokaal op te slaan en deze rechtstreeks vanaf hun apparaten te beheren.

Een opdrachtregel-POP3-client is een programma dat wordt gebruikt voor interactie met een POP3-server via een opdrachtregelinterface (CLI). Hiermee kunnen gebruikers POP3-bewerkingen uitvoeren, zoals het weergeven van e-mails, het downloaden van berichten en het beheren van het verwijderen en sluiten van sessies, rechtstreeks vanaf de terminal of opdrachtprompt.

Met POP3, het “top”-commando, kunnen gebruikers een voorbeeld van de kopteksten van e-mails bekijken zonder de volledige inhoud ervan te downloaden. Het haalt een bepaald aantal regels op vanaf het begin van een e-mail, meestal gebruikt voor het snel beoordelen of selectief downloaden van e-mails op basis van headerinformatie.