NTP meet de tijd in seconden ten opzichte van 1 januari 1900, in een 64-bits vast-puntformaat, waarbij het gehele deel het aantal seconden vertegenwoordigt en het fractionele deel fracties van een seconde.
NTP staat voor Network Time Protocol, dat de tijdregistratie synchroniseert tussen een reeks gedistribueerde tijdservers en clients. Het zorgt voor nauwkeurige tijdregistratie binnen netwerken door aanpassingen aan netwerklatentie en onregelmatigheden.
NTP maakt voornamelijk gebruik van UDP (User Datagram Protocol) op poort 123 voor communicatie tussen clients en servers. UDP heeft de voorkeur vanwege de lagere overhead en snellere transmissie in vergelijking met TCP (Transmission Control Protocol).
NTP berekent de tijd door tijdstempels uit te wisselen tussen clients en servers en door algoritmen te gebruiken om de voortplantingsvertraging en de offset tussen hun klokken te schatten. Het past de klok van de client aan door deze factoren te compenseren en deze te synchroniseren met de nauwkeurigere tijd van de server.
De NTP-standaard definieert het protocol dat wordt gebruikt om klokken op computernetwerken te synchroniseren. Het specificeert algoritmen voor kloksynchronisatie, foutschatting en correctiemechanismen om een nauwkeurige tijdregistratie te bereiken op alle apparaten die op het netwerk zijn aangesloten.