RSSI staat voor Ontvangen Signaalsterkte Indicator. Het is een maatstaf die in de telecommunicatie wordt gebruikt om het vermogensniveau van een ontvangen signaal te kwantificeren. RSSI wordt vaak gebruikt in draadloze communicatiesystemen om de sterkte te beoordelen van het signaal dat door een apparaat wordt ontvangen, wat de kwaliteit van de draadloze verbinding kan aangeven. Hogere RSSI-waarden vertegenwoordigen over het algemeen sterkere signalen, terwijl lagere waarden zwakkere signalen aangeven.
Wat is de ideale RSSI?
De ideale RSSI-waarde varieert afhankelijk van het type netwerk en de specifieke vereisten van het communicatiesysteem. Voor de meeste Wi-Fi-netwerken wordt een RSSI-waarde tussen -30 dBm en -60 dBm als uitstekend tot goed beschouwd, wat een sterke signaalsterkte en betrouwbare prestaties oplevert. Voor mobiele netwerken ligt een ideale RSSI-waarde doorgaans tussen -70 dBm en -90 dBm, wat een goede dekking en connectiviteit garandeert. Waarden buiten dit bereik kunnen leiden tot verminderde prestaties of verbindingsproblemen.
RSSI kan worden gemeten met behulp van verschillende tools en methoden, afhankelijk van het type netwerk. Voor Wi-Fi-netwerken bieden veel routers en toegangspunten RSSI-metingen in hun administratieve interfaces. Op mobiele apparaten kan RSSI vaak worden bekeken in diagnostische of veldtestmodi door specifieke codes te kiezen of gespecialiseerde apps te gebruiken. Voor mobiele netwerken kunnen netwerkanalysetools of apps RSSI-metingen leveren. Over het algemeen omvat het meten van RSSI toegang tot de netwerkinstellingen van het apparaat of het gebruik van speciale meetapparatuur om de signaalsterktewaarde te verkrijgen.
Minimale RSSI verwijst naar de laagst aanvaardbare signaalsterkte die nodig is om een apparaat een stabiele verbinding te laten behouden en optimaal te laten presteren. Praktisch gezien kunnen de minimale RSSI-waarden variëren, afhankelijk van het netwerktype en de toepassing. Voor Wi-Fi wordt een minimale RSSI van ongeveer -70 dBm vaak beschouwd als de drempel voor acceptabele prestaties. Onder dit niveau kunnen gebruikers lagere snelheden en verbindingsproblemen ervaren. Voor mobiele netwerken kunnen de minimale RSSI-waarden variëren per netwerkoperator en technologie, maar waarden onder -100 dBm duiden doorgaans op een slechte signaalsterkte.
Om de signaal-ruisverhouding (SNR) te berekenen, hebt u zowel de signaalsterkte als de geluidsniveaumetingen nodig. De SNR wordt bepaald door het ruisniveau (in dBm) af te trekken van de signaalsterkte (ook in dBm). Als de RSSI bijvoorbeeld -50 dBm is en het geluidsniveau -90 dBm, wordt de SNR als volgt berekend: SNR = RSSI – Geluidsniveau = -50 dBm – (-90 dBm) = 40 dB. Een hogere SNR duidt op een helderder signaal ten opzichte van de ruis, wat zich doorgaans vertaalt in betere communicatieprestaties.