Een servicemesh wordt gebruikt voor het beheren van de communicatie tussen microservices in een gedistribueerde applicatie. Het biedt functies zoals verkeersbeheer, servicedetectie, taakverdeling, herstel van fouten, beveiliging en observatie. Deze mogelijkheden zorgen voor betrouwbare en veilige communicatie tussen services.
In Kubernetes is een servicemesh nodig om de complexe communicatiepatronen tussen microservices af te handelen. Kubernetes orkestreert de implementatie en schaalbaarheid van containerapplicaties, maar biedt niet inherent de geavanceerde netwerkfuncties die een servicemesh biedt. Een servicemesh helpt bij het beheren van de dynamische aard van microservices die in Kubernetes worden geïmplementeerd door consistent communicatiebeleid en verbeterde beveiliging te bieden.
Het verschil tussen een microservice en een mesh ligt in hun rollen en functionaliteiten. Een microservice is een kleine, onafhankelijke service die een specifieke bedrijfsfunctie binnen een applicatie vervult. Een service mesh daarentegen is een infrastructuurlaag die de communicatie tussen deze microservices beheert en functies biedt zoals verkeerscontrole, beveiliging en observatie.
Een API-mesh en een service-mesh beheren beide de communicatie, maar richten zich op verschillende aspecten. Een API-mesh houdt zich voornamelijk bezig met het beheren van externe API-oproepen en het bieden van een uniforme interface voor externe klanten. Het gaat over API-versiebeheer, routing en beveiliging voor externe API’s. Een servicemesh richt zich echter op het beheren van interne service-to-service-communicatie binnen een microservices-architectuur en biedt verkeersbeheer, beveiliging en waarneembaarheid voor interne interacties.
Er is een mesh nodig om de uitdagingen van het beheer van microservices op schaal aan te pakken. Naarmate het aantal microservices groeit, neemt de complexiteit van het beheer van hun interacties toe. Een servicemesh biedt een gecentraliseerde en consistente manier om communicatie, beveiliging en waarneembaarheid af te handelen, waardoor de operationele last wordt verminderd en de betrouwbaarheid en prestaties van de applicatie worden verbeterd.