Waar wordt een IP-adres voor gebruikt?

Een IP-adres wordt gebruikt om apparaten in een netwerk te identificeren en te lokaliseren, zodat ze met elkaar kunnen communiceren. Het dient als een unieke identificatie waarmee datapakketten via internet of andere netwerken tussen apparaten kunnen worden verzonden en ontvangen. Het IP-adres biedt de nodige informatie om de pakketten naar de juiste bestemming te routeren, waardoor een succesvolle communicatie en gegevensoverdracht wordt gegarandeerd.

Ja, een IP-adres kan veranderen afhankelijk van de locatie, vooral als het apparaat gebruikmaakt van dynamische IP-adressen van een ISP (internetprovider). Wanneer een apparaat verbinding maakt met verschillende netwerken, zoals wanneer u van het ene WiFi-netwerk naar het andere gaat of van geografische locatie verandert, ontvangt het vaak een nieuw IP-adres dat wordt toegewezen door de DHCP-server van het netwerk. Dit komt vaak voor bij mobiele apparaten en laptops die regelmatig verbinding maken met verschillende netwerken.

Een IP-adres is doorgaans uniek voor een apparaat binnen een specifiek netwerk, of het nu een lokaal netwerk is of een bredere internetverbinding.
WiFi, elk apparaat dat op het WiFi-netwerk is aangesloten, heeft een uniek IP-adres binnen dat lokale netwerk. Het openbare IP-adres dat door de ISP aan de WiFi-router is toegewezen, wordt echter door alle apparaten op dat netwerk gedeeld bij toegang tot internet.

In een IP-adres verwijst het getal 16 vooral vaak naar het subnetmasker
CIDR-notatie (Classless Inter-Domain Routing). In het IP-adres “192.168.1.0/16” geeft “/16” bijvoorbeeld aan dat de eerste 16 bits van het IP-adres worden gebruikt voor het netwerkgedeelte, terwijl de resterende bits overblijven voor hostadressen binnen dat netwerk. Dit betekent dat het subnetmasker 255.255.0.0 is, wat het bereik van IP-adressen binnen het subnet definieert.

Recent Updates