IMAP (Internet Message Access Protocol) wordt gebruikt voor het ophalen en beheren van e-mailberichten van een mailserver. Hiermee hebben gebruikers toegang tot hun e-mail vanaf meerdere apparaten, omdat berichten op de server worden opgeslagen en op alle apparaten worden gesynchroniseerd.
Het IMAP-protocol wordt gebruikt door individuen en organisaties die toegang moeten hebben tot hun e-mail vanaf verschillende apparaten en locaties. Het wordt vaak gebruikt in e-mailclients zoals Microsoft Outlook, Mozilla Thunderbird en Apple Mail, maar ook in webmailservices.
Of u POP (Post Office Protocol) of IMAP wilt gebruiken, hangt af van uw behoeften. Gebruik IMAP als u vanaf meerdere apparaten toegang tot uw e-mail wilt hebben en uw berichten op alle apparaten gesynchroniseerd wilt houden. Gebruik POP als u uw e-mails liever lokaal op één apparaat downloadt en opslaat en geen synchronisatie nodig heeft.
Voor IMAP-instellingen in uw e-mailclient moet u het adres van de inkomende mailserver (IMAP-server), uw e-mailadres, wachtwoord en het poortnummer dat door de IMAP-server wordt gebruikt, opgeven. Veelgebruikte IMAP-poorten zijn 143 voor niet-gecodeerde verbindingen en 993 voor SSL/TLS-gecodeerde verbindingen.
IMAP-authenticatie is het proces waarbij een e-mailclient zijn identiteit verifieert bij de IMAP-server om toegang te krijgen tot het e-mailaccount van de gebruiker. Meestal gaat het daarbij om het opgeven van een geldige gebruikersnaam (e-mailadres) en wachtwoord. Sommige servers ondersteunen ook aanvullende authenticatiemethoden zoals OAuth voor verbeterde beveiliging.