Als de modulatiegegevens veranderen, zorgt QPSK-modulatie ervoor dat elke periode één symbool verandert. Als de gegevens hetzelfde zijn, veranderen QPSK en OQPSK niet van status. Als de gegevens echter veranderen, zal OQPSK ten minste één symboolwijziging doorvoeren en mogelijk twee wijzigingen in één enkele periode.
- QPSK laat elke periode één symbool veranderen
- OQPSK maakt elke periode twee symboolwijzigingen als Q-gegevens veranderen
- Voorbeeld symboolpatroon is: – 00,10,01,11
Het bovenste I/Q-diagram toont de symboolwijzigingen die door QPSK zijn aangebracht. De I/Q-modulator voor QPSK beweegt van toestand naar toestand, voor een totaal van drie overgangen (waarbij één overgang door de oorsprong gaat). Voor hetzelfde patroon maakt OQPSK vier overgangen en vermijdt de oorsprong. De verandering van 00 naar 10 resulteert in een enkele overgang, aangezien de waarde van Q niet veranderde.
De verandering van 10 naar 01 maakt echter twee overgangen omdat de waarde van Q wel verandert. Eerst keert de modulator terug naar de toestand 00. Een halve periode later verandert de modulator naar de uiteindelijke 01-status. Deze actie elimineert, als gevolg van de vertraging die in de Q-tak van de modulator is geplaatst, de overgang door de oorsprong. De verandering van de status 01 naar 11 voor OQPSK is een enkele overgang, aangezien de waarde van Q opnieuw constant bleef.