Laag- en kanaalrelatie in LTE
De radio-interface is samengesteld uit verschillende lagen om de radiodragerservices in te stellen, opnieuw te configureren en vrij te geven.
De protocollaag bestaat uit een fysieke laag (laag 1), een datalinklaag (laag 2) en de netwerklaag (laag 3).
In de E-UTRAN is laag 2 verdeeld in twee sublagen: Medium Access Control
(MAC) en Radio Link Control (RLC)-protocol. Laag 3 bestaat uit twee protocollen, genaamd Radio Resource Control (RRC) en Packet Data Convergence Protocol (PDCP).
De pijlen van boven naar beneden vertegenwoordigen downlink (DL)-kanalen van eNB naar UE.
De pijlen omlaag naar boven zijn het uplinkkanaal (UL) van UE naar eNB. De meeste gewone en specifieke kanalen die vanuit RLC naar de fysieke laag worden verzonden, delen hetzelfde transportkanaal. Er zijn geen speciale kanalen in de transport- en fysieke laag.
Sommige fysieke kanalen bestaan uitsluitend in de fysieke laag zelf, zoals
PHICH, PCFICH en PDCCH.