Een brug in netwerken is een apparaat dat twee of meer afzonderlijke netwerken met elkaar verbindt, waardoor ze met elkaar kunnen communiceren. Het werkt op de datalinklaag (laag 2) van het OSI-model en stuurt datapakketten door tussen netwerken op basis van MAC-adressen.
Een bridge is, simpel gezegd, een apparaat dat twee of meer afzonderlijke netwerken met elkaar verbindt, waardoor communicatie daartussen mogelijk wordt. Het werkt door binnenkomende datapakketten te analyseren en te beslissen of ze al dan niet aan een ander netwerksegment moeten worden doorgegeven.
In eenvoudige woorden: een brug is als een vertaler die verschillende netwerken helpt elkaar te begrijpen. Het verbindt ze zodat apparaten in het ene netwerk kunnen praten met apparaten in een ander netwerk, zelfs als ze verschillende protocollen of technologieën gebruiken.
Bij netwerken verwijst een brugklasse 4 naar een specifiek type brug waarmee wordt gewerkt
de datalinklaag van het OSI-model. Deze klasse bridge verzorgt het doorsturen van datapakketten op basis van MAC-adressen, waardoor een efficiënte communicatie tussen netwerken wordt gegarandeerd.
Voor kinderen kan een bridge worden omschreven als een speciaal apparaat dat computers en andere apparaten helpt met elkaar te praten, zelfs als ze zich op verschillende netwerken bevinden. Het fungeert als een virtuele connector en zorgt ervoor dat berichten en informatie tussen verschillende plaatsen op internet of binnen een thuisnetwerk kunnen reizen.