Hoe werkt Wireless Fidelity?

Wireless Fidelity, of Wi-Fi, werkt door gebruik te maken van radiogolven om gegevens te verzenden tussen apparaten binnen een lokaal netwerk (LAN). Wi-Fi werkt op basis van de IEEE 802.11-standaarden, die de protocollen en specificaties voor draadloze netwerken definiëren. Apparaten zoals computers, smartphones, tablets en IoT-apparaten maken verbinding met Wi-Fi-netwerken door te communiceren met een draadloos toegangspunt (AP) of router. Het toegangspunt of de router zendt radiosignalen uit, waardoor een draadloos netwerk ontstaat waar apparaten lid van kunnen worden. Gegevens worden tussen apparaten en het toegangspunt verzonden met behulp van modulatietechnieken binnen aangewezen frequentiebanden, waardoor draadloze connectiviteit wordt geboden voor internettoegang, het delen van bestanden en communicatie tussen apparaten.

Draadloze technologie maakt gebruik van radiofrequenties om gegevens tussen apparaten te verzenden zonder dat er fysieke bekabelde verbindingen nodig zijn. Apparaten die zijn uitgerust met draadloze mogelijkheden, zoals Wi-Fi, Bluetooth of mobiele netwerken, communiceren door radiosignalen te verzenden en te ontvangen binnen gespecificeerde frequentiebanden. Deze signalen worden gemoduleerd om digitale informatie te coderen, waardoor apparaten datapakketten draadloos over korte of lange afstanden kunnen verzenden, afhankelijk van de gebruikte technologie en het gebruikte frequentiebereik. Draadloze communicatie maakt mobiliteit en flexibiliteit mogelijk en vergemakkelijkt verbindingen tussen apparaten in verschillende omgevingen en toepassingen.

Wireless Fidelity, of Wi-Fi, gebruikt doorgaans de 2,4 GHz- en 5 GHz-frequentiebanden voor gegevensoverdracht. Deze frequentiebanden worden toegewezen door regelgevende instanties zoals de FCC in de Verenigde Staten en variëren per regio. De 2,4 GHz-band biedt een bredere dekking en betere penetratie door muren en obstakels, maar kan meer interferentie ondervinden van andere apparaten die op dezelfde frequentie werken. De 5 GHz-band biedt hogere gegevensoverdrachtsnelheden en minder interferentie, maar met een iets lagere dekking vergeleken met 2,4 GHz. Moderne Wi-Fi-standaarden (802.11ac en nieuwer) ondersteunen vaak beide frequentiebanden tegelijkertijd, waardoor apparaten de optimale band voor connectiviteit kunnen kiezen op basis van netwerkomstandigheden en prestatie-eisen.

Draadloze connectiviteit, zoals Wi-Fi, brengt verbindingen tot stand tussen apparaten en draadloze toegangspunten (AP’s) of routers met behulp van radiosignalen. Apparaten scannen naar beschikbare Wi-Fi-netwerken en maken verbinding met een gekozen netwerk door zich te authenticeren bij het toegangspunt met behulp van beveiligingsprotocollen zoals WPA2 of WPA3. Eenmaal aangesloten vindt de gegevensoverdracht plaats via de modulatie en demodulatie van radiogolven, waarbij informatie wordt gecodeerd in digitale pakketten. Dankzij de draadloze verbinding kunnen apparaten toegang krijgen tot internet, bestanden delen, media streamen en communiceren met andere apparaten binnen hetzelfde netwerk, waardoor flexibele en gemakkelijke connectiviteit wordt geboden in zowel residentiële als commerciële omgevingen.