Een Zero Trust-netwerk werkt volgens het principe dat geen enkele gebruiker of apparaat automatisch wordt vertrouwd, zowel binnen als buiten de netwerkperimeter. In plaats van vertrouwen uit te gaan op basis van locatie (zoals binnen het bedrijfsnetwerk), verifieert en authenticeert Zero Trust voortdurend identiteiten en apparaten voordat toegang wordt verleend tot bronnen. Het bereikt dit door strikte toegangscontroles, microsegmentatie en een beleid voor toegang met de minste bevoegdheden te implementeren. Het netwerkverkeer wordt voortdurend geïnspecteerd en geregistreerd om afwijkingen of verdacht gedrag te detecteren, waardoor een snelle reactie op potentiële bedreigingen mogelijk wordt en de impact van inbreuken op de beveiliging wordt geminimaliseerd.
De vijf pijlers van het Zero Trust-framework omvatten: 1) Verifieer elk apparaat: Apparaten moeten worden geverifieerd en geauthenticeerd voordat ze toegang krijgen tot het netwerk. 2) Valideer elke gebruiker: Gebruikers worden geverifieerd en geautoriseerd op basis van hun identiteit en rollen, niet op basis van hun locatie of IP-adres. 3) Beperk toegang en privileges: Implementeer toegangscontroles met de minste privileges om ervoor te zorgen dat gebruikers en apparaten alleen toegang hebben tot de noodzakelijke bronnen. 4) Bewaak en inspecteer het verkeer: Bewaak het netwerkverkeer voortdurend op afwijkingen of bedreigingen, met behulp van geavanceerde analyse- en zichtbaarheidstools. 5) Pas beveiligingscontroles toe: Dwing beveiligingscontroles af op alle apparaten, applicaties en gegevens, zodat consistente bescherming wordt gegarandeerd, ongeacht locatie of netwerkgrenzen.
Het implementeren van een Zero Trust-netwerk omvat verschillende belangrijke stappen. Begin met een uitgebreide beoordeling van de huidige netwerkarchitectuur, waarbij u kritieke assets en potentiële kwetsbaarheden identificeert. Implementeer oplossingen voor identiteits- en toegangsbeheer om gebruikers en apparaten te verifiëren en te authenticeren. Segmenteer het netwerk in kleinere, beter beheersbare zones om zijdelingse bewegingen te beperken en potentiële inbreuken te beperken. Gebruik encryptie en veilige protocollen voor gegevens die onderweg en in rust zijn. Bewaak en controleer het netwerkverkeer voortdurend op ongebruikelijke activiteiten, waarbij u gebruik maakt van automatisering en analyses om bedreigingen snel te detecteren en erop te reageren. Werk het beleid en de beveiligingsmaatregelen regelmatig bij op basis van veranderende bedreigingen en zakelijke vereisten.