BGP (Border Gateway Protocol) gebruikt om verschillende redenen TCP (Transmission Control Protocol) als transportlaagprotocol. TCP biedt betrouwbare, verbindingsgerichte communicatie tussen BGP-peers, waardoor wordt gegarandeerd dat BGP-berichten nauwkeurig en in volgorde worden afgeleverd. BGP vertrouwt op de mechanismen van TCP, zoals foutdetectie, hertransmissie van verloren pakketten en stroomcontrole om een stabiel en robuust communicatiekanaal te behouden. Deze betrouwbaarheid is cruciaal voor BGP, omdat het om kritieke routeringsinformatie gaat die nauwkeurig en efficiënt via internet moet worden verzonden.
BGP gebruikt TCP in plaats van UDP (User Datagram Protocol), voornamelijk vanwege de betrouwbaarheid en verbindingsgerichte aard van TCP. UDP is daarentegen een verbindingsloos protocol dat de levering of bestelling van pakketten niet garandeert. BGP vereist een betrouwbaar transportmechanisme om ervoor te zorgen dat routeringsinformatie, inclusief updates en advertenties over netwerkbereikbaarheid, consistent en correct wordt doorgegeven tussen BGP-peers. Door gebruik te maken van TCP kan BGP betrouwbare verbindingen tot stand brengen en onderhouden, netwerkcongestie effectiever afhandelen via de congestiecontrolemechanismen van TCP en de integriteit garanderen van routeringsupdates die tussen routers worden uitgewisseld.
De TCP-poort die door BGP wordt gebruikt voor het tot stand brengen van verbindingen tussen buren is poort 179. BGP-peers initiëren TCP-verbindingen op deze poort om routeringsinformatie uit te wisselen, BGP-sessies tot stand te brengen en routeringstabellen te synchroniseren. Door het gebruik van een specifieke poort (179) kunnen routers en BGP-luidsprekers zich identificeren en met elkaar communiceren via TCP, waardoor de uitwisseling van routeringsupdates mogelijk wordt en consistente informatie over de netwerkbereikbaarheid via internet behouden blijft.
BGP werkt als een extern gateway-protocol dat de uitwisseling van routerings- en bereikbaarheidsinformatie tussen verschillende autonome systemen (AS’en) op internet mogelijk maakt. Wanneer een BGP-sessie tot stand wordt gebracht tussen twee routers of BGP-sprekende apparaten, wisselen ze routeringsupdates uit, ook wel BGP-updates genoemd. Deze updates bevatten informatie over netwerkvoorvoegsels (IP-adresbereiken) en bijbehorende kenmerken zoals AS-paden, statistieken en beleid. BGP gebruikt deze informatie om de beste paden te bepalen om specifieke bestemmingen op internet te bereiken, waardoor routers weloverwogen routeringsbeslissingen kunnen nemen en hun routeringstabellen dienovereenkomstig kunnen bijwerken. De schaalbaarheid en op beleid gebaseerde routeringsmogelijkheden van BGP maken het geschikt voor het beheer van grootschalige netwerken en complex routeringsbeleid in de wereldwijde internetinfrastructuur.
BGP gebruikt TCP (Transmission Control Protocol) als transportlaagprotocol. TCP werkt op laag 4 van het OSI-model en biedt betrouwbare, verbindingsgerichte communicatie tussen BGP-peers. TCP zorgt ervoor dat BGP-berichten, inclusief routeringsupdates en keep-alive-berichten, nauwkeurig, op volgorde en met foutcontrole worden verzonden. Deze betrouwbare communicatie is essentieel voor BGP om stabiele routeringssessies tussen routers of BGP-sprekende apparaten over verschillende autonome systemen (ASen) op internet te onderhouden.