Wat is WLAN inschakelen?

WLAN inschakelen betekent doorgaans dat u de draadloze netwerkfunctie op een apparaat of router inschakelt. Hierdoor kan het apparaat verbinding maken met een draadloos netwerk en toegang krijgen tot internet of via wifi communiceren met andere apparaten. De optie om WLAN in te schakelen is vaak te vinden in het instellingenmenu van apparaten zoals smartphones, tablets en laptops, maar ook in de configuratie-interface van draadloze routers.

Hoe schakel je WLAN in?

Om WLAN in te schakelen, gaat u naar het instellingenmenu op uw apparaat en zoekt u naar de draadloze of netwerkinstellingen. Voor smartphones en tablets is dit meestal te vinden onder de instellingen “Wi-Fi” of “Netwerk en internet”. Op een laptop vindt u dit mogelijk onder ‘Netwerk’- of ‘Wi-Fi’-instellingen. Voor routers kunt u WLAN inschakelen door u aan te melden bij de webinterface van de router en de draadloze netwerkfunctie te activeren.

WLAN-installatie omvat het configureren van een draadloos netwerk op een router of toegangspunt. Dit omvat doorgaans het instellen van de netwerknaam (SSID), het kiezen van een beveiligingsprotocol (zoals WPA2 of WPA3) en het maken van een wachtwoord. Na het configureren van deze instellingen wordt de WLAN-functie ingeschakeld, waardoor apparaten draadloos verbinding kunnen maken.

Het verschil tussen WLAN en WiFi ligt in hun reikwijdte. WLAN, of Wireless Local Area Network, verwijst naar elk draadloos netwerk waarmee apparaten binnen een beperkt gebied kunnen communiceren. WiFi daarentegen is een specifieke technologie en een reeks standaarden voor het implementeren van WLAN’s. WiFi is een van de meest gebruikelijke manieren om een ​​WLAN op te zetten.

Met een WLAN kunnen apparaten verbinding maken met een netwerk en draadloos communiceren binnen een specifiek bereik, zoals thuis, op kantoor of op de campus. Het biedt de mogelijkheid om toegang te krijgen tot internet, bestanden te delen en verbinding te maken met netwerkbronnen zonder dat er fysieke kabels nodig zijn.