Een MAC-adres (Media Access Control) wordt voornamelijk gebruikt voor het identificeren van en communiceren met apparaten binnen een lokaal netwerk. Het dient als een unieke identificatie die door fabrikanten wordt toegewezen aan netwerkinterfaces, zoals Ethernet-kaarten of Wi-Fi-adapters. MAC-adressen worden gebruikt op de datalinklaag (laag 2) van het OSI-model om de communicatie tussen apparaten op hetzelfde fysieke netwerksegment te vergemakkelijken. Ze spelen een cruciale rol bij de gegevensoverdracht, waardoor apparaten op basis van deze adressen datapakketten kunnen herkennen en naar de juiste bestemming kunnen sturen.
Het primaire doel van MAC-adressen is het verschaffen van een universeel unieke identificatie voor netwerkinterfaces binnen een lokaal netwerk. Elk apparaat dat op een netwerk is aangesloten, heeft een uniek MAC-adres, waardoor datapakketten correct kunnen worden gerouteerd en afgeleverd bij de beoogde ontvanger. MAC-adressen zijn van fundamenteel belang voor netwerkbeheer, waardoor apparaten efficiënt kunnen communiceren en taken zoals netwerkprobleemoplossing, apparaatconfiguratie en beveiligingshandhaving binnen lokale netwerkomgevingen worden vergemakkelijkt.
Met een MAC-adres hebben netwerkbeheerders en apparaten binnen hetzelfde lokale netwerk toegang tot informatie over het apparaat dat aan dat adres is gekoppeld. Dit omvat het identificeren van de fabrikant van de netwerkinterface (via de OUI – Organizationally Unique Identifier), het verifiëren van de authenticiteit van apparaten die verbinding maken met het netwerk, en het beheren van toegangscontroles op basis van MAC-adresfiltering. MAC-adressen worden ook gebruikt door netwerkapparatuur zoals routers en switches om tabellen met aangesloten apparaten bij te houden en efficiënte gegevensoverdracht via het netwerk te vergemakkelijken.
Over het algemeen wordt het in de meeste netwerkcontexten als veilig beschouwd om een MAC-adres op te geven. MAC-adressen zijn openbaar zichtbaar op het lokale netwerk en worden routinematig gebruikt voor legitieme netwerkactiviteiten, zoals apparaatidentificatie en netwerkbeheer. Voorzichtigheid is echter geboden bij het delen van MAC-adressen in openbare of onbeveiligde omgevingen, omdat deze mogelijk kunnen worden gebruikt voor tracking of ongeautoriseerde toegang als er geen beveiligingsmaatregelen zijn getroffen. Hoewel MAC-adressen uniek zijn, kunnen ze bovendien worden vervalst of gewijzigd, waardoor ze voor bepaalde beveiligingsmaatregelen minder betrouwbaar worden.
Een MAC-adres kan enige informatie verschaffen over het type apparaat waartoe het behoort, voornamelijk via het OUI-gedeelte (Organizationally Unique Identifier) van het adres. De OUI wordt door het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) aan fabrikanten toegewezen en geeft de leverancier of fabrikant van de netwerkinterfacekaart aan. Hoewel het exacte apparaatmodel of -type niet wordt gespecificeerd, kan de OUI inzicht geven in de brede categorie van het apparaat, zoals of het een computer, smartphone, printer of andere op het netwerk aangesloten apparatuur is. Deze informatie kan nuttig zijn voor netwerkbeheerders bij het beheren en identificeren van apparaten binnen hun netwerken op basis van hun MAC-adressen.