Wat is het hoofddoel van Zero Trust?

Hoofddoel van Zero Trust:

Het belangrijkste doel van Zero Trust is het verbeteren van de netwerkbeveiliging door het traditionele beveiligingsmodel uit te dagen dat uitgaat van vertrouwen op basis van netwerklocatie of perimeterverdediging. In plaats van apparaten en gebruikers binnen een gedefinieerde netwerkperimeter impliciet te vertrouwen, promoot Zero Trust het concept van ‘nooit vertrouwen, altijd verifiëren’. Deze aanpak heeft tot doel het aanvalsoppervlak te minimaliseren, beveiligingsrisico’s te beperken en gevoelige gegevens te beschermen door strikte toegangscontroles, voortdurende verificatie van de gebruikersidentiteit en apparaatintegriteit, en principes van minimale toegang bij alle netwerkinteracties af te dwingen.

Doel van nul vertrouwen:

Het doel van Zero Trust is het herdefiniëren en versterken van netwerkbeveiligingsstrategieën door een proactieve, identiteitsgerichte benadering van toegangscontrole en gegevensbescherming te hanteren. Zero Trust probeert de veronderstelling van vertrouwen op basis van netwerklocatie of perimeterverdediging te elimineren, en zorgt ervoor dat elk verzoek om toegang tot netwerkbronnen rigoureus wordt geverifieerd en geauthenticeerd. Door gedetailleerde toegangscontroles, encryptie en continue monitoring te implementeren, streeft Zero Trust ernaar ongeautoriseerde toegang te voorkomen, afwijkingen op te sporen en snel te reageren op beveiligingsincidenten, waardoor de algehele cyberbeveiligingspositie wordt verbeterd.

Drie hoofdconcepten van Zero Trust:

  1. Continuous Verification: Zero Trust vereist continue verificatie van de identiteit en de beveiliging van gebruikers, apparaten en applicaties die toegang proberen te krijgen tot netwerkbronnen. Dit zorgt ervoor dat toegangsrechten dynamisch worden aangepast op basis van contextuele factoren zoals gebruikersgedrag, apparaatstatus en netwerkomstandigheden.
  2. Least Privilege Access: Het principe van de minste privileges beperkt de toegangsrechten tot het minimumniveau dat gebruikers of apparaten nodig hebben om hun geautoriseerde taken uit te voeren. Zero Trust legt de nadruk op het verlenen van alleen noodzakelijke rechten op basis van specifieke rollen, verantwoordelijkheden en contextuele factoren, waardoor de potentiële impact van gecompromitteerde inloggegevens of apparaten wordt verminderd.
  3. Micro-segmentatie: Micro-segmentatie verdeelt netwerkomgevingen in kleinere, geïsoleerde zones of segmenten, elk met zijn eigen toegangscontroles en beveiligingsbeleid. Dit beperkt de zijdelingse beweging binnen het netwerk en houdt potentiële bedreigingen tegen, waardoor de zichtbaarheid en controle over het netwerkverkeer wordt verbeterd en de explosieradius wordt verkleind in geval van een inbreuk op de beveiliging.

Kernprincipe van nulvertrouwen:

Het kernprincipe van Zero Trust is ervoor te zorgen dat geen enkel apparaat, gebruiker of applicatie inherent wordt vertrouwd, uitsluitend op basis van hun aanwezigheid binnen een netwerkperimeter. Zero Trust gaat ervan uit dat bedreigingen zowel extern als intern kunnen ontstaan, waardoor continue authenticatie, autorisatie en monitoring van alle netwerkactiviteiten vereist zijn. Door een ‘vertrouw niemand, verifieer alles’-mentaliteit aan te nemen, kunnen organisaties hun verdediging tegen geavanceerde cyberdreigingen en ongeautoriseerde toegangspogingen versterken.

Belangrijkste pijlers van nulvertrouwen:

De belangrijkste pijlers van Zero Trust omvatten fundamentele principes en praktijken die de implementatie ervan ondersteunen:

  1. Identity-Centric Security: Zero Trust richt zich op het verifiëren en beheren van identiteiten om ervoor te zorgen dat alleen geautoriseerde gebruikers en apparaten toegang hebben tot bronnen. Dit omvat multi-factor authenticatie (MFA), identiteits- en toegangsbeheer (IAM) en analyse van gebruikersgedrag (UBA) om afwijkende activiteiten te detecteren.
  2. Device Security Posture: Zero Trust beoordeelt en handhaaft het beveiligingsbeleid op basis van de betrouwbaarheid van apparaten die proberen verbinding te maken met het netwerk. Dit omvat eindpuntbeveiligingscontroles, apparaatgezondheidscontroles en nalevingsvalidatie om te voorkomen dat gecompromitteerde apparaten toegang krijgen tot gevoelige gegevens of systemen.
  3. Netwerksegmentatie: Segmentatie verdeelt netwerkomgevingen in logische zones of segmenten, waardoor de reikwijdte van de toegang wordt beperkt en de impact van potentiële inbreuken wordt verminderd. Dit omvat microsegmentatie om beleid op een gedetailleerd niveau af te dwingen en kritieke activa te isoleren van ongeautoriseerde toegang of zijdelingse verplaatsing door aanvallers.
  4. Continu monitoring en analyse: Zero Trust vereist continue monitoring van netwerkactiviteiten, gebruikersgedrag en beveiligingsgebeurtenissen om bedreigingen in realtime te detecteren en erop te reageren. Dit omvat feeds voor bedreigingsinformatie, algoritmen voor het detecteren van afwijkingen en SIEM-systemen (Security Information and Event Management) om te zorgen voor proactieve dreigingsbeperking en mogelijkheden voor incidentrespons.