Een server is een computer of softwaresysteem dat diensten, bronnen of functionaliteiten levert aan andere computers of clients binnen een netwerk. Het werkt door verzoeken van clientapparaten te ontvangen en te reageren met de gevraagde gegevens, applicatiefunctionaliteit of toegang tot bronnen zoals bestanden of databases. Servers zijn essentieel voor het mogelijk maken van communicatie, gegevensopslag en gecentraliseerd beheer van diensten over netwerken heen, variërend van lokale netwerken (LAN’s) tot het wereldwijde internet.
De term ‘server’ verwijst naar een computerapparaat of softwaretoepassing die is ontworpen om aan verzoeken te voldoen en diensten te leveren aan andere apparaten of clients binnen een netwerk. Het fungeert als een centrale hub die bronnen beheert en distribueert, waardoor efficiënte communicatie en gegevenstoegang tussen aangesloten apparaten wordt gegarandeerd. Servers kunnen verschillende rollen vervullen, afhankelijk van hun configuratie en de diensten die zij leveren, zoals webservers die websites hosten, e-mailservers die elektronische post verwerken of bestandsservers die gegevens opslaan en delen.
Een voorbeeld van een server is een bestandsserver die in een kantooromgeving wordt gebruikt. Dit type server slaat bestanden en documenten centraal op, waardoor meerdere gebruikers binnen de organisatie veilig toegang kunnen krijgen tot gegevens en deze kunnen delen. Door bestandsopslag en toegangscontrole te consolideren, stroomlijnen bestandsservers de samenwerkings- en gegevensbeheerprocessen, waardoor de gegevensintegriteit wordt gewaarborgd en een efficiënte workflow in de hele organisatie wordt vergemakkelijkt.
Een server op internet verwijst naar een computer of softwaresysteem dat wereldwijd toegankelijk is via internet en diensten levert of bronnen host waartoe gebruikers op afstand toegang hebben. Internetservers omvatten webservers voor het hosten van websites, e-mailservers voor het beheren van e-mailcommunicatie, DNS-servers voor het vertalen van domeinnamen naar IP-adressen en diverse andere gespecialiseerde servers die verschillende op internet gebaseerde diensten en toepassingen ondersteunen.
De term ‘server’ komt voort uit zijn rol bij het bedienen of leveren van diensten aan clientapparaten binnen een netwerk. Bij computergebruik definieert het client-servermodel een relatie waarbij clients, zoals gebruikersapparaten of applicaties, diensten of bronnen aanvragen bij servers. De server voldoet aan deze verzoeken door gegevens te verwerken, opdrachten uit te voeren of inhoud te leveren, en daarmee aan de behoeften van de clients te voldoen. De term ‘server’ onderstreept zijn functie als leverancier van diensten of bronnen aan clientapparaten, en weerspiegelt zijn centrale rol in netwerkcomputeromgevingen.